Les 15- 12112024 - Schoonmaakplan a.d.v. praktijkopdracht - praktijkopdrachten

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

WELKOM KLAS 5!

JdW-klimwijzer

Startklaar

• Haren vast
• Sieraden af
• Hoofddoek naar binnen
• Jassen uit
• Oordopjes uit
• Ga op je plek zitten
• Telefoon in zakkie op de hoek van de tafel

Wat gaan we doen vandaag?

• Terugblikken op de vorige les. 
• Taken verdelen praktijkopdrachten.
• Schoonmaakplan maken a.d.h.v. praktijkopdracht. 
• Opdrachten maken. 
• Praktijkopdrachten uitvoeren.
• Nabespreken praktijkopdrachten.
• Leerdoelen doornemen en afvinken.
• Afsluiting van de les. 

Leerdoelen:

• Na de les kan ik een schoonmaakplan maken (T1).
• Na de les kan ik minimaal 10 schoonmaakmaterialen opnoemen (R).
• Na de les kan ik schoonmaakmaterialen herkennen (I).
• Na de les kan ik professioneel stofzuigen, stofwissen, vlakmoppen, ramen zemen, kleding strijken, linnengoed strijken volgens de opstelde criteria (T1).
• Na de les kan ik professioneel reflecteren op mijn uitgevoerde taak (mondeling en schriftelijk) (I).

Wie kan vertellen wat we de vorige les hebben gedaan?

Taken verdelen:

• Ramen zemen
• Aula opruimen en schoonmaken
• Strijken
• Stofwissen
• Docentenkamer opruimen en schoonmaken
• Vlakmoppen
• Controleur

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Schoonmaakplan maken.

-Welke taak moet je doen?

-Ga nadenken in welke volgorde je de taak doet. (LET OP de schoonmaakregels).

-Welke spullen heb je nodig om je taak te kunnen doen. 

-Na afloop van je taak vul je de reflectievragen in. 

Opdrachten herhaling lesstof.

Jullie gaan nu opdrachten maken die bestaan uit lesstof die eerder is behandeld. 

Aan de slag!

• Ramen zemen
• Aula opruimen en schoonmaken
• Strijken
• Stofwissen
• Docentenkamer opruimen en schoonmaken
• Vlakmoppen
• Controleur

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Hoe zijn de praktijkopdrachten uitgevoerd?

• Welk taak heb je gedaan?
• Wat ging er goed?
• Wat ging er minder goed?
• Wat zou je de volgende keer anders doen?

Leerdoelenkaart:

1. Pak je map en je leerdoelenkaart erbij. 
2. Lees de kaart goed door.
3. Welke leerdoelen heb je al behaald?
4. Zet een kruisje bij de leerdoelen die je hebt behaald.
5. Zet de leerdoelenkaart in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Vandaag heb ik geleerd:

Wat vond ik van de les?

😒🙁😐🙂😃