2.1 De vorming van de Alpen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • hoe de Alpen zijn gevormd
  • wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
  • wat het verschil is tussen verwering en erosie

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn endogene en exogene krachten?

Slide 4 - Woordweb

B97 Endogene en exogene krachten
De aardkorst verandert van twee kanten:
  1. Van binnenuit door endogene krachten:
    Aarde bestaat uitaardkernaardmantel en
    aardkorst.
    Hoe dieper, hoe warmer
     -> door hitte ontstaan convectiestromen die 
    breuken veroorzaken in de aardkorst

  2. Van buitenaf door exogene krachten: verwering
    en erosie (temperatuur, wind, water, etc.)


Slide 5 - Tekstslide

Het ontstaan van de Alpen
De Alpen zijn het hoogste gebergte van Europa.
Vroeger: tropische zee -> daarom: dikke lagen sedimentgesteenten (zand, planten- en dierenresten, stenen)

Door endogene krachten zijn breuken in de aardkorst ontstaan



Slide 6 - Tekstslide

Het ontstaan van de Alpen
De aardkorst bestaat uit bewegende schollen / platen. 

3 soorten bewegingen: 
1. uit elkaar
2. naar elkaar 
3. langs elkaar

-> naar elkaar: er ontstaan gebergten

Slide 7 - Tekstslide

Het ontstaan van de Alpen
  1. 80 miljoen jaar geleden: de plaat waarop Afrika
    ligt beweegt naar het noorden.
  2. De zeebodem tussen Europa en Afrika boog,
    plooide en brak.
  3. 30 miljoen jaar geleden: de Alpen worden
    tegen Europa aan geduwd.
  4. Deel Europa gerimpeld als een tafellaken:
    opheffing. Ontstaan plooiingsgebergte

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

B110 Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf 

Er zijn vier verschillende reliëfvormen: 
  1. Hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger
    dan 1.500 m.
  2. Middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen 
    de 500 en 1.500 m hoog.
  3. Heuvelland: de meeste toppen zijn tussen  de 200 en 500 m.
  4. Laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter.




Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 1 t/m 4 
        Repetitie inkijken 
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • hoe de Alpen zijn gevormd
  • wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
  • wat het verschil is tussen verwering en erosie

Slide 12 - Tekstslide

Soorten gebergten
De Alpen zijn een jong gebergte.


Jonge gebergten
Oude gebergten
Hoog
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Spitse bergtoppen
Afgeronde toppen
Diepe dalen
Minder diepe / bredere dalen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Verwering
Verschillen in jong en oude gebergten door: exogene krachten.

Verwering
= uiteenvallen van gesteente onder invloed van
weer en plantengroei.
2 soorten:
1. Mechanische verwering
2. Chemische verwering


Slide 15 - Tekstslide

Mechanische verwering
Mechanische verwering (fysische verwering) = het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te veranderen.
  • Vorstverwering / vorstwerking:
1 water dat in spleten van gesteente is gezakt, bevriest.
2 door de bevriezing zet het water een beetje uit.
3 de spleten worden steeds breder.
4 er brokkelen stukjes steen af (= verwering)
  • Verwering door grote verschillen in dag- en nachttemperaturen -> in woestijnen en hooggebergten.
  • Verwering door uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels

Slide 16 - Tekstslide

Chemische verwering
 Chemische verwering = als de chemische samenstelling wél verandert. De mineralen reageren met zuurstof of water.
  1. VB: kalkgesteente lost op in zuur grond- of regenwater ->
    Karst = landschapsvormen die hierdoor ontstaan.
  2. VB: Een mineraal (ijzer) gaat roesten. Het gesteente wordt minder hard wordt en kan verkruimelen.

Slide 17 - Tekstslide

Verwering
Verweringsmateriaal = het ontstane puin na verwering. Het verweringsmateriaal blijkt ter plekke liggen bij verwering.

Onder invloed van de zwaartekracht kan dit verweringsmateriaal naar beneden rollen of schuiven = massabeweging


 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Erosie
Verweringsmateriaal kan zich later verplaatsen door:
  • eerst de zwaartekracht
  • daarna water, wind en ijs (gletsjers, landijs, sneeuw)


Tijdens dit transport vindt erosie plaats. Erosie = afschuren en uitschuren van gesteente door  met verweringsmateriaal beladen water, ijs of wind.  
Hoe ouder een gebergte, hoe meer verwering en erosie. -> gevolgen: vlakker, lager, minder steil, bredere dalen.
Tot slot: sedimentatie: het meegevoerde materiaal wordt ergens neergelegd.
Het landschap wordt weer opgebouwd.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.1 Opdrachten: 5 t/m 8
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • hoe de Alpen zijn gevormd
  • wat de verschillen zijn tussen een oud en een jong gebergte en waardoor die verschillen zijn ontstaan
  • wat het verschil is tussen verwering en erosie

Slide 22 - Tekstslide

De Alpen zijn ontstaan door
A
Exogene krachten
B
Endogene krachten

Slide 23 - Quizvraag

Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland
Tussen 500-1500 m
Hoger dan 1500m
Tussen de 200-500 m
Onder de 200 m

Slide 24 - Sleepvraag

Welke twee soorten verwering bestaan er?

Slide 25 - Open vraag

Vorstverwering is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 26 - Quizvraag

Karst ontstaat door het oplossen van ..... in .....

Slide 27 - Open vraag

De afbeelding is een voorbeeld van
A
Erosie
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Sedimentatie

Slide 28 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie

Slide 29 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie

Slide 30 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
C
Vorstverwering
D
Erosie

Slide 31 - Quizvraag

Begrippenlijst
  • Endogene krachten
  • Exogene krachten
  • Aardkern
  • Aardmantel
  • Aardkorst
  • Convectiestromen
  • Sedimentgesteente
  • Breuken
  • Schollen
  • Opheffing
  • Plooiingsgebergte
  • Reliëf
  • Hooggebergte
  • Middelgebergte

Slide 32 - Tekstslide