Week 19 Lezen 5.12 en 5.13

Lezen blok 5
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 31 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 5

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen 5.12 & 51.3 


LET OP: in de toetsweek laatste toets lezen hoofdstuk 5 en 6

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • herken je overtuigende teksten;
  • kun je feiten en meningen onderscheiden;
  • kun je uitleggen of je het met een schrijver eens bent;
  • ken je manieren voor een inleiding en een slot.

Slide 3 - Tekstslide

RTL nieuws lezen

Lees minimaal één nieuwsitem op de site van de RTL site.

Je krijgt er tien minuten voor.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Lees eerst de uitleg.

Slide 6 - Tekstslide

Lees de uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Een recept is een voorbeeld van een overtuigende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In een overtuigende tekst wil de schrijver laten zien dat zijn mening goed is.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een feit is iets waar je het wel of niet mee eens bent.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een feit is iets wat je kunt controleren of opzoeken.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Een mening is persoonlijk.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In onze klas zitten "evenveel jongens en meisjes’ is een mening.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Verkennend lezen
Tekst 7 
Festivals bezoeken niet leuk meer
Bladzijde 232

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 15 - Open vraag

Geef antwoord op de vraag die bij jou past:
Als je weleens een festival hebt bezocht: Welk festival? Wat heb je er gedaan of gezien?
Als je nog nooit een festival hebt bezocht: Wat denk je dat je op een festival kunt zien en doen?

Slide 16 - Open vraag

Waar ga je in de tekst zeker iets over lezen?

A
regels op een festival
B
slecht weer tijdens een festival
C
het aantal bezoekers van een festival

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de bron van de tekst?

Slide 18 - Open vraag

Wie is de auteur van de tekst?

Slide 19 - Open vraag

Lees de uitleg

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 3 op bladzijde 233.

Slide 21 - Tekstslide

Inleiding 
Je weet al dat een tekst een inleiding, een middenstuk en een slot heeft. De inleiding is bedoeld om de lezer nieuwsgierig te maken. 

Dat kan de schrijver op verschillende manieren doen:

1. het onderwerp van de tekst noemen;
2. een belangrijke vraag over het onderwerp stellen;
3. een herkenbaar, opvallend of grappig verhaaltje vertellen.

Slide 22 - Tekstslide

Slot
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. Ook daar zijn verschillende manieren voor:
1. een korte samenvatting van de tekst geven;
2. een conclusie trekken: de schrijver geeft een eindoordeel (vaak te herkennen aan het woord dus);
3. een advies geven of een oproep doen aan de lezer.

Je begrijpt een tekst beter als je let op de manier die de schrijver gebruikt in de inleiding en het slot.

Slide 23 - Tekstslide

Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?

A
Inleiding
B
Slot

Slide 24 - Quizvraag

We moeten dus afwachten of deze nieuwe winkel een succes wordt.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 25 - Quizvraag

De cd is verrassend, vrolijk en heel knap gemaakt. Koop hem, hij is je geld waard!

A
Inleiding
B
Slot

Slide 26 - Quizvraag

Dit hoofdstuk ging over ontdekkingsreizen. Je weet nu hoe Noord-Amerika en Zuid-Amerika ontdekt zijn.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 27 - Quizvraag

In deze paragraaf leer je hoe je haar verft met permanente haarkleuring.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 28 - Quizvraag

We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen.

A
Inleiding
B
Slot

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 237

Klaar?

Online zelftest lezen blok 5

Slide 30 - Tekstslide