Nederlands les 1 - periode 3

Check 
1) Laptop op tafel
2) Telefoon in de zak naast de deur


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Check 
1) Laptop op tafel
2) Telefoon in de zak naast de deur


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands les 1 - 2F

Voorbereiding CE-examen Begrijpend Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaken

Wat onderscheidt degene naast jou?
 Maak een omschrijving met één bijvoeglijk naamwoord + een tweede woord (zelfstandig naamwoord). 

Simpel gezegd: een vrolijke meid, wakker, slimme leerling, fanatieke supporter?
Tip: wees creatief!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOA-examens MBO niveau 3 (2F):

1. Schrijven TOA
2. Gesprekken voeren TOA
3. Spreken TOA

4. CE-examen Tekstbegrip (begrijpend lezen)


Examens in periode 3 en 4


Toets- en examenplan MBO niveau 3

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (CE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







1. Manier van werken: in groepen & korte uitleg



2. Introductie van het thema
- De studiewijzer P2
3. Aan het werk en de uitleg
* Wat gaan we leren?
* (tekst) verbanden, signaalwoorden, begrijpend lezen
Na 2 groepjes uitleg PAUZE!





Programma en doelen
Klassikaal, 10 minuten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer P2 
Doornemen (10 min.)

Reacties en vragen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg groep

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even opfrissen:
Signaalwoorden, verwijswoorden, signaalzin

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden

Signaalwoorden geven structuur in een tekst aan tussen zinnen of alinea's. Een signaalwoord kan één woord zijn, zoals omdat of toen. Maar ook een groepje woorden kan de functie van signaalwoord hebben, zoals niet alleen..., maar ook...

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een goede Nederlandse zin met het woord 'aangezien.'

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander (signaal)woord voor 'aangezien'?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'aangezien' aan?
A
tegenstelling
B
argument
C
toelichting
D
oorzaak - gevolg

Slide 14 - Quizvraag

Een toelichting is een uitleg van dat wat je probeert te zeggen. Dit doe je met voorbeelden. 
Met een argument onderbouw je een zienswijze of eigen mening.
Verwijswoorden

Dit zijn woorden als deze, die, dat, hij, zij, daar.
Bijvoorbeeld: consumenten zijn steeds vaker en meer kleding gaan kopen. Daar moet verandering in komen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalzin
Samenhang tussen alinea’s
Elke alinea in een tekst heeft een bepaalde functie. Deze functies hangen met elkaar samen. Een signaalzin kan bijvoorbeeld een vooruitblik zijn (bijv. In dit artikel bespreek ik eerst...) of een terugblik (bijv. Zoals we in het bovenstaande hebben gezien...).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor verwijten?
A
beschuldigen
B
verantwoordelijk stellen
C
helpen
D
herroepen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Synoniem: wat is een ander woord voor overtuigen?
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Overtuigen of betogen is als je mening of standpunt verkondigt. 
Vragen begrijpend lezen
algemeen tekstbegrip

Tips gericht op CE-examen Lezen & Luisteren, onderdeel Lezen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de volgende zin: "Door de aanhoudende crisis gaan wij onze zaak sluiten. Dit is een emotioneel maar rationeel besluit."
A
Het is alleen een emotionele beslissing
B
Het is alleen een rationele beslissing
C
Het is zowel een emotionele als rationele beslissing

Slide 21 - Quizvraag

korte uitleg op volgende pagina
Tussen de regels door lezen:
wat staat er eigenlijk?

"Door de aanhoudende crisis gaan wij onze zaak sluiten. Dit is een emotioneel maar (tevens / ook) rationeel besluit."

Slide 22 - Tekstslide

hier staat dat de beslissing zowel emotioneel is als rationeel.
Nog meer tips

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg beantwoorden vraag
  • Lees de tekst goed door: begin met de onderstreepte zin. 
  • Lees daarna de zin ervoor.
  • Lees daarna de alinea's erboven: over welk dilemma gaat dit?

            Vraag: naar welk dilemma wordt verwezen? (schrijf op)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Naar welk dilemma
wordt verwezen?

Slide 26 - Woordweb

Het draaiboek hoe om te gaan als er een tekort is aan IC-bedden.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel olympische medailles heeft Heemskerk tot nu toe gewonnen? (schrijf in een getal)

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







Opdracht Straatkinderen
op papier

&

startmalmbergmbo.nl
Module Bouwstenen 2F

Hoofdstuk 4: Succes! Samenhang
 * § 4.1 Warmlopen
 * § 4.2 Lezen
 Opdracht 1 t/m 14





Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we besproken?
- Studieplan P3 - mbo niveau 3 - 2F
* Signaalwoorden, verwijswoorden, signaalzin
* Oefenen begrijpend lezen (leesopdrachten)

Wat vond je nog lastig?
zie pagina 6, opdracht op papier (Straatkinderen)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies