A2b_Studyflow_Leestekens LT2 les 3

A2b
Goedemorgen!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

A2b
Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
1.  Planning periode 3 > SPREEKBEURTEN!
2. Herhaling 2.2
2. Uitleg LT2.3
3. Aan de slag met LT2.3 OF werken aan je spreekbeurt/interview

week van 31 mei --> taaltoets!

Slide 2 - Tekstslide


Studyflow Leestekens LT2

Slide 3 - Tekstslide

LT2.2 Komma's
Aan het einde van Studyflow LT2.2 >
- weet je dat je een komma gebruikt als iemand direct aangesproken wordt;
- weet je wat een tussenwerpsel is en dat een komma ook voor of achter een tussenwerpsel staat;
- weet je dat je komma's zet voor en achter een bijstelling;
- weet je dat tussen de hoofdzin en de bijzin vaak een komma staat;
- kun je in zinnen de komma's op de juiste plaats zetten.

Slide 4 - Tekstslide

LT2.2 Komma's
Je gebruikt een komma > 
- Als je iemand aanspreekt: Jongens, houd nu eens op!

- Voor of na een tussenwerpsel: Wow, wat goed dat je hebt volgehouden. Nu heb je weer een glas gebroken, verdorie!




Slide 5 - Tekstslide

LT2.2 Komma's
Je gebruikt een komma > 
- Als er sprake is van een bijstelling. Een bijstelling geeft extra informatie. 
De jongen had zijn schoenen, nieuwe Converse All Stars, in de kleedkamer laten liggen.






Slide 6 - Tekstslide

LT2.2 Komma's
Je gebruikt een komma > 
- Voor voegwoorden
Voor een voegwoord komt meestal een komma (behalve voor de voegwoorden en en of). De komma geeft een korte adempauze.

Je moet de vraag goed lezen, voordat je een antwoord opschrijft.






Slide 7 - Tekstslide

LT2.2 Komma's
Als het voegwoord vóóraan in de zin staat, komt er een komma tussen de twee zinnen.

Voordat je een antwoord opschrijft, moet je de vraag goed lezen.

Niet vergeten: ook bij een opsomming en tussen twee persoonsvormen schrijf je een komma.






Slide 8 - Tekstslide

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters

bram als je mij een bitterbal aangeeft krijg je van mij een vlammetje

Slide 9 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters:
maria laadde de boodschappen twee flessen frisdrank en een pak vla in de achterbak van de volvo

Slide 10 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters:
de training ging niet door want bijna iedereen was op vakantie


Slide 11 - Open vraag

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Aan het einde van Studyflow LT2.3 >
- kun je aanhalingstekens en de dubbele punt op de juiste plaats zetten bij letterlijke uitspraken (citaten);
- weet je dat aanhalingstekens ook worden gebruikt bij ironisch taalgebruik en bij het benadrukken van bepaalde woorden.






Slide 12 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Herhaling >
Je gebruikt een dubbele punt bij opsommingen, bij een verklarende opmerking en bij een citaat.
Je kunt je opgeven voor verschillende activiteiten: tennis, buikdansen, volleybal en salsa.



Er zijn dus twee oplossingen: of je houdt nu je mond, of je pakt je spullen en je gaat.
In het grammaticaboek staat: "Een zin begin je met een hoofdletter en eindig je met een punt, een vraagteken of een uitroepteken."








Slide 13 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Je gebruikt ook een dubbele punt in de directe rede >
Ik antwoordde: "Vind je het goed als ik meega?"



MAAR als de zin begint met het citaat, schrijf je een komma >
"Vind je het goed als ik meega?", antwoordde ik.


Omdat in de directe rede letterlijk wordt herhaald wat iemand gezegd heeft, staat dat deel tussen aanhalingstekens: "..."





Slide 14 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Je gebruikt ook een dubbele punt in de directe rede >
Ik antwoordde: "Vind je het goed als ik meega?"



MAAR als de zin begint met het citaat, schrijf je een komma >
"Vind je het goed als ik meega?", antwoordde ik.


Omdat in de directe rede letterlijk wordt herhaald wat iemand gezegd heeft, staat dat deel tussen aanhalingstekens: "..."





Slide 15 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
"Ik ga slapen," zei mijn broertje, "want ik ben zo moe."

"Hij is zijn sportschoenen weer vergeten," zei de gymleraar, "het zal eens niet zo zijn."





Slide 16 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Weet je het nog? Gedachten schrijf je NIET met aanhalingstekens >

Hij dacht: ik heb wel zin in een stukje appeltaart.







Slide 17 - Tekstslide

LT2.3 Dubbele punten en aanhalingstekens
Enkele aanhalingstekens gebruik je >
- Als je een woord ironisch bedoelt >
Gefeliciteerd 'jongeman'. (Dat zeg je tegen iemand die al wat ouder is.)
- Als je een woord in de tekst wilt benadrukken, omdat het een bijzonder of ongebruikelijk woord is >

De leerlingen vonden dat wel 'chill'.






Slide 18 - Tekstslide

Plaats zo nodig hoofdletters en leestekens:
hij is zijn boeken weer vergeten zei de docent het zal eens niet zo zijn

Slide 19 - Open vraag


Plaats zo nodig hoofdletters en leestekens:
ik kom al riep sander nog even mijn veters strikken




Slide 20 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters en leestekens:
mijn moeder reageerde dan kom ik jullie vanavond wel weer halen





Slide 21 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters en leestekens:
hij eet vanavond weer eens gezond (Je bedoelt hamburgers met frietjes.)






Slide 22 - Open vraag

Waar wil je de volgende les meer uitleg over krijgen?
Hoofdletters
Komma's
Dubbele punt & aanhalings-tekens
Ik heb geen extra uitleg nodig

Slide 23 - Poll

Huiswerk: LT2.3 
Klaar?
Afronden alle onderdelen van Studyflow > 
G3, G4, W2 en LT2
Oefenen met Test jezelf bij deze onderdelen 

Slide 24 - Tekstslide

Bedankt 
voor de aandacht en tot dinsdag!

Slide 25 - Tekstslide