Les 1 - 4 fases in een gesprek

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Fases van een gesprek, actief luisteren

Leerdoelen

Aan het eind van de les kun je benoemen wat de fases in een gesprek zijn

Aan het eind van de les weet je wat actief luisteren is

Wat gaan we doen?

oefening woord doorgeven

theorie

Filmpje kijken

spelletje

Filmpje over afkortingen

Opdracht maken

oefening

nabespreken

oefenen met de klas 

Woord doorgeven

We spelen het spel woord doorgeven

De vier fases in een gesprek

1. Inleiding

2. Beschrijving van de situatie

3. Vergelijking met afspraken en regels

4. afronding, conclusies en vervolgafspraken

LSD

luisteren 

samenvatten

doorvragen

Actief luisteren

luister naar wat de ander vertelt

kijk de ander aan als hij iets vertelt

zeg op de juiste momenten hm, ja of nee

richt je lichaam naar degene die iets vertelt

vat samen wat de ander heeft vertelt

spel verhaal doorvertellen

1. Kies drie spelers en een jurylid. De rest van de klas is publiek en geniet mee. 

2. twee studenten gaan naar de gang.

3. Het jurylid leest een verhaaltje (met vetgedrukte woorden) voor aan de klas en aan student 1

4. Student 2 wordt weer in de klas gevraagd.

5. Student 1 vertelt aan student 2 het verhaaltje.

6. Student 3 wordt weer in de klas gevraagd.

7. Student 2 vertelt aan student 3 het verhaaltje

8. Student 3 vertelt het verhaaltje aan de klas en het jurylid luistert hoeveel van de vetgedrukte woorden student 3 noemt in het verhaaltje.

Let op! De spelers mogen het verhaaltje niet lezen

verhaaltje 1

Op de A1 schaarde maandagochtend rond 08.30 uur een vrachtwagen met kippen bij knooppunt Hoevelaken. Bij het ongeluk waren verder negen personenauto’s betrokken.

Er zijn geen gewonden of doden gevallen

verhaaltje 2

Doorvertellen is een communicatiespel dat iedereen wel eens heeft gedaan. Je leest een verhaal en vertelt het door aan iemand anders. Die vertelt vervolgens jouw verhaal weer door en dit herhaalt zich een paar keer. Wat is er over van het oorspronkelijke verhaal? Hoe goed luisteren we naar elkaar?

verhaaltje 3

Vanmorgen zat ik in de metro om naar school te gaan. Naast mij zat een man die eruit zag als een zwerver. Automatisch hield ik mijn neus een beetje dicht. Maar opeens hoor ik naast mij een hard gesnik. Ik kijk en zie dat de man hard zit te huilen met dikke tranen. Dit vond ik wel heel zielig. Maar ik wist ook niet zo goed wat ik moest doen. Gelukkig moest ik er de volgende halte uit.

Vragen bij filmpje 

Waar staan de volgende afkortingen voor?

Oen

oma

nivea

anna

dik

lsd

Oefening met de klas 

Deze opdracht doe je met de hele klas. Je oefent met LSD. 

Twee studenten beginnen. De een vertelt in een of twee zinnen aan de ander iets over wat hij deze week heeft meegemaakt. De ander past LSD toe. Probeer zo goed mogelijk te achterhalen wat er gebeurd is. 

De rest van de klas luistert. 

Na afloop vertellen de anderen in de klas welke vragen zij hadden willen stellen, die niet gesteld zijn. 

Daarna zijn twee andere studenten aan de beurt. 

Herhaal dit vijf keer.

Aan de slag

Vul het formulier in met afkortingen

Afronding

Zijn de doelen behaald?