Les 2: hs 7

Dienstverlening 
Les 2: hoofdstuk 7.4 t/m 7.8
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Dienstverlening 
Les 2: hoofdstuk 7.4 t/m 7.8

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

  • omgang met zorgvrager
  • hygiëne in de zorg
  • assisteren bij het verplaatsen en bewegen van zorgvragers
  • assisteren bij lichamelijke verzorging en een toiletbezoek
  • assisteren bij eten en drinken
  • het verschonen van een bed
  • boodschappen doen en het opruimen van aankopen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblikken

Slide 3 - Tekstslide

Noem minimaal 2 dingen dat je hebt onthouden van de vorige les.

Slide 4 - Open vraag

Noem 2 onderdelen wat belangrijk is bij de omgang met een ander

Slide 5 - Open vraag

Wat is de LSD-methode?

Slide 6 - Open vraag

Wat is empathie?

Slide 7 - Open vraag

Les 20.03
Wanneer je je collega's assisteert bij het aankleden, douchen of naar het toilet gaan van zorgvragers, let je op de privacy van de ander. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is privacy?

Slide 9 - Open vraag

Hoe kan je zorgen voor privacy bij een zorgvrager?

Slide 10 - Open vraag

Je zorgt voor privacy door bijv.:
  • op de deur te kloppen voordat je een ruimte binnengaat
  • op de gang te wachten wanneer je een zorgvrager hebt geholpen om naar het toilet te gaan
  • de deur en gordijnen te sluiten wanneer een zorgvrager wordt gewassen

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan hier beter?
Mevrouw Smits woont in een woonzorgcentrum. Vida helpt haar bij de persoonlijke verzorging. Ze loopt haar kamer binnen. Mevrouw Smits is druk in gesprek met haar zus die op bezoek is.


Vraag: wat kan hier beter?

Slide 12 - Tekstslide

7.4 Hygiënisch werken
Hygiëne is belangrijk om gezond te blijven en ons goed te voelen. Het is voor jezelf, maar ook voor anderen prettig wanneer je schoon bent en fris ruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is hygiëne belangrijk?

Slide 14 - Open vraag

Door hygiënisch te werken voorkom je dat micro-organismen kunnen groeien. Van slechte micro-organismen kun je ziek worden. Als jij, de zorgvrager en de omgeving schoon zijn, dan zijn er weinig micro-organismen. De kans om ziek te worden is dan klein. Bij de zorg voor mensen met weinig weerstand, zoals kinderen of ouderen, is hygiëne extra belangrijk.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is hygiënisch werken?

Slide 16 - Open vraag

Door een goede hygiëne wil je voorkomen:
  • Dat een infectie van een zorgvrager wordt overgedragen op een andere zorgvrager
  • Dat jij zelf ziek wordt door een zieke zorgvrager
  • Dat jij infecties overdraagt op een zorgvrager

Slide 17 - Tekstslide

Hoe je kan micro-organismen verspreiden?

Slide 18 - Open vraag

Besmettelijke ziekte worden vaak via de handen overgedragen. Dit komt, omdat je met je hadden veel aanraakt. Je zorgt voor schone handen voordat je begint met het verzorgen van een zorgvrager. Je zorgt ook voor schone handen na het gebruik van het toilet, neussnuiten. niezen of hoesten. 

Slide 19 - Tekstslide

Er zijn twee manieren om ervoor te zorgen dat je schone handen hebt. Welke twee zijn dat?

Slide 20 - Open vraag

Beide manieren zijn goed. In de thuiszorg heeft een zorgvrager niet altijd een schone handdoek om je handen mee af te drogen. Dan is het gebruik van handalcohol beter. Een flesje handalcohol kun je in je tas stoppen zodat je dit altijd bij je hebt. Je kiest voor handen wassen met water en zeep of voor desinfecteren met handalcohol. Doe dit niet alle twee achter elkaar, dit si slecht voor je handen.

Slide 21 - Tekstslide

Handalcohol kun je bijna altijd gebruiken, behalve als je:
  • zichtbaar vuil op je handen hebt
  • natte handen hebt
  • plakkerige handen hebt

Als je met kinderen werkt is het goed om samen met de kinderen te oefenen met handen wassen

Slide 22 - Tekstslide

Ook voordat en nadat je handschoenen gebruikt, moet je je handen wassen of desinfecteren. Handschoenen zijn geen vervangingen van handen wassen of desinfecteren. Zelfs als je handschoenen op de juiste manier uittrekt, kunnen micro-organismen op je handen terechtkomen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat voor regels gelden er bij hoesten, niezen en snuiten? Noem minimaal 2

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

7.5 Tillen en verplaatsen
Tijdens het werken in de zorg assisteer je collega's bij het tillen of verplaatsen van zorgvragers. Jouw collega tilt een kind op om in bed te leggen of ondersteunt een zorgvrager bij het lopen naar het toilet.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
Tillen, bewegen en verplaatsen
  • Stap 1: lees de theorie uit je boek individueel
  • Stap 2: je gaat in groepje van twee oefenen met materialen
  • Stap 3: aan het einde krijgen een aantal studenten vragen over de theorie en uitvoering.
Materialen die je kan gebruiken: Bed, rollator, krukken en rolstoel

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld
Jill helpt meneer De Wit uit bed. Ze helpt hem om in de rolstoel te gaan zitten. Ze let goed op haar houding, anders krijgt ze last van haar rug

Schrijf op: wat doe je om op je houding te letten?

Slide 30 - Tekstslide