Les 41 - 3M - 22/23 - Voor de rechter

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
1. Wat is criminaliteit?
2. Ons beeld van criminaliteit
3. Oorzaken van criminaliteit
4. Nederland is een rechtsstaat
5. (Deze slaan we over)
6. Van politie naar officier
7. Voor de rechter
8. Straf

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Rol van de officier van justitie
De OvJ beslist op basis van het proces-verbaal wat er met de verdachte gaat gebeuren. Na de dagvaarding zijn er drie mogelijkheden:
  1. Seponeren
  2. Schikking treffen
  3. Vervolgen
Seponeren houdt in dat de verdachte niet voor de rechter hoeft te komen en er geen straf volgt. De OvJ stopt dus met de strafzaak.
Een schikking is een boete of taakstraf die de OvJ kan opleggen. Wanneer de verdachte deze betaalt, hoeft hij niet voor de rechter te verschijnen.
De OvJ wil dat de verdachte gestraft wordt en brengt deze voor de rechter. Dit noemen we vervolging.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom wordt de Officier van Justitie
ook wel de 'openbaar aanklager'
genoemd?

Slide 6 - Open vraag

Wat zou een reden kunnen zijn
voor een OvJ om
een zaak te 'seponeren'?

Slide 7 - Open vraag

7. Voor de rechter

Slide 8 - Tekstslide

Klassikaal lezen
  • Bladzijde 76 en 77

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarden en normen
Waarde = iets dat jij belangrijk vindt
Norm = de gedragsregel die daar uit voortkomt. 

Bijvoorbeeld: w= gezondheid / n= ik sport drie keer per week

Slide 11 - Tekstslide

Samenleving
Wetten en regels
(op basis van waarden en normen!)
Wetboek van Strafrecht
strafbaar gedrag
Criminaliteit
alles wat volgens de wet strafbaar is gesteld (onderscheid misdrijven/overtredingen)

Slide 12 - Tekstslide

Strafeis:
openbaar aanklager
Vonnis:
bewezen? strafbaar? strafbare dader? straf?
Verdediging: advocaat

Slide 13 - Tekstslide

Vragen voor de rechter:

1. Gaat het om een strafbaar feit? 

2. Heeft de verdachte het gedaan?
3. Is de verdachte strafbaar?

Belangrijk: wat staat er in de wet over dit delict (straf)?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verloop rechtszaak
1. Opening
2. Aanklacht
3. Verhoor
4. Verklaring
5. Requisitoir
6. Pleidooi
7. Laatste woord
8. Vonnis

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak de vragen bij 7.2 (vraag 5 t/m 16)
In stilte!

Slide 17 - Tekstslide