Dag 4 - 2D

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4
• Leerroute 5

Woordenschat

Je leert nieuwe woorden bij  

thema 5: Houden van en Verliefd 

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

verlegen

• een beetje bang en stil zijn
• liever niet praten
• 
  
• Zin: Hij is heel verlegen in de klas en praat met niemand.
• Zin: Omdat hij verlegen is zit hij graag alleen.

vertrouwen op

• ergens in geloven
• denken dat het goed komt
• Zin: Ik vertrouw op een goede afloop.
• Zin: Hij vertrouwd zijn vriendin erop dat ze eerlijk is.

video-bellen

• via beeld met elkaar bellen
• Zin: Ik ga vanavond met mijn zus video-bellen.
• Zin:  Hij probeert al de hele dag met zijn ouders te video-bellen, maar krijgt hun niet te pakken.

weleens

• een keer
• soms

• Zin: Heb jij weleens in een vliegtuig gezeten?
• Zin: Ik heb die jongen weleens eerder gezien.

zenuwachtig

• ergens bang of gespannen over zijn
• iets heel eng vinden
• Zin: Wij zijn allemaal heel zenuwachtig over de toetsen.
• Zin: Zij is heel zenuwachtig voor haar afspraakje met die jongen.

zo'n

• zo een
• veel
• Zin: Ik heb zo'n zin in de vakantie!
• Zin:  Ahmad heeft altijd zo'n zin in ijsjes, omdat daar lekker veel suiker inzit.

misschien

• mogelijk wel maar nog niet zeker
• ja of nee of iets ertussen?
• Zin: Misschien ga ik morgen naar Parijs.
• Zin:  Ik weet niet waar hij is, misschien ligt hij nog in bed.

Waar wordt misschien goed gebruikt?

1. Weet jij misschien hoe laat de trein gaat?
2. Ik ben nu misschien op school.
3. Wat wil jij misschien eten vanavond?
4. Hij weet alle antwoorden misschien heel zeker.

Welke zin past er bij zenuwachtig?

1. Hij is niet bang voor zijn nieuwe klas.
2. Hij weet dat hij vandaag toets heeft en daarom komt hij op tijd.
3. Ik wil graag nu naar de winkel omdat hij straks dicht gaat.
4. Hij zit de hele tijd te bewegen omdat hij straks een toets heeft.

In welke zin heb je vertrouwen?

1. In shaa Allah geer
2. Mijn toetsen gaan nooit goed.
3. Ik val altijd van de trap.
4. Ik weet al dat ik morgen ziek ben.

Waar klopt verlegen?

1. Het schoolfeest is heel druk en dat is heel gezellig.
2. Hij durft haar niets te vragen.
3. Die jongen zit in zijn eentje omdat hij een beetje bang is voor de andere leerlingen.
4. Hij gaat naar huis, omdat hij wil slapen.

Vul het ontbrekende woord in.

Deze jongen wil niet vragen aan een vreemde hoe laat de trein gaat, want hij is ................. .

Heb jij ........... een jongen gezoend?

We kunnen echt heel goed ....... die mensen ................... .

Ik heb ............. zin in onze vakantie!!!

Ik wil graag met haar ....................!
Zal ik het haar vragen?

Dat meisje is een beetje ...................., daarom is ze nu heel .................. om met die jongen te praten.

Ben jij weleens verliefd geweest?

0100

Maak een zin met:
verlegen / weleens

Maak een zin met:
zenuwachtig / misschien

Zinnen maken

Het rad draait een naam. 

Zie je jouw naam? 

Dan maak je een zin met 1 van de woorden.