Übung 27, Seite 118, Kapitel 4, Teil E
Verben übersetzen und ergänzen.
Kies het juiste werkwoord, vertaal deze in het Duits en vul de juiste vorm in.
aanraken, beschrijven, doen, erg houden van, gaan, wensen, spelen, zijn
1. ..............ihr mit in den Zoo?