Oefentoets 'Leesvaardigheid'

Leesvaardigheid 
Oefentoets
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid 
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

-zoals-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 2 - Quizvraag

-ook-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 3 - Quizvraag

-daarentegen-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 4 - Quizvraag

-denk aan-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 5 - Quizvraag

-aan de ene kant...aan de andere kant-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 6 - Quizvraag

-maar-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

-om te beginnen-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 8 - Quizvraag

-zo-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag

-verder-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 10 - Quizvraag

-hoewel-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 11 - Quizvraag

-toch-
is een signaalwoord voor het tekstverband
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 12 - Quizvraag

Lees (en beluister) de tekst

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
mbo-opleidingen in Nederland
B
onwenselijke situatie
C
stage mbo
D
stage voor illegale jongeren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is volgens alinea 1 het tegenovergestelde van illegaal?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel problemen noemt alinea 2?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het doel van de tekst?
A
instrueren
B
informeren
C
adviseren

Slide 17 - Quizvraag

Lees (en beluister) de tekst

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt opgesomd bij nummer 4?

Slide 19 - Open vraag

Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming bij nummer 4?

Slide 20 - Open vraag

Hoe kun je bij nummer 5 zien dat er iets opgesomd wordt?

Slide 21 - Open vraag

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat bij nummer 6?

Slide 22 - Open vraag

Uit hoeveel delen bestaat de opsomming bij nummer 7?

Slide 23 - Open vraag

Waarvan worden voorbeelden gegeven bij nummer 8?

Slide 24 - Open vraag

Voor welk publiek is de tekst geschreven?
A
voor bedrijven die stagiaires zoeken
B
voor jongeren van het vmbo
C
voor ouders van jongeren

Slide 25 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de signaalwoorden: hoewel en toch?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de signaalwoorden: zoals en zo?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 27 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de signaalwoorden: ook en verder?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 28 - Quizvraag

Lees de tekst.

Slide 29 - Tekstslide

Wat is
het onderwerp
van de tekst?

Slide 30 - Open vraag

Wat voor
soort tekst
is dit?
A
een handleiding
B
een reclametekst
C
een voorlichtingstekst

Slide 31 - Quizvraag

Noteer de opsomming
uit de tweede zin
van alinea 1.

Slide 32 - Open vraag

In alinea 2 staat een tegenstelling.
Aan welk signaalwoord zie je dit?

Slide 33 - Open vraag

Noteer twee redenen uit alinea 2 waarom je waarschijnlijk wel een stageplek vindt die bij je past.

Slide 34 - Open vraag

Wat is het verschillen tussen een snuffelstage en een mbo-stage?

Slide 35 - Open vraag

In alinea 3 staat een voorbeeld. Aan welk signaalwoord
kun je dit zien?

Slide 36 - Open vraag

In alinea 4 staan twee opsommingen.
Waarvan zijn dit opsommingen?

Slide 37 - Open vraag

Het woord 'daarnaast' in alinea 5 geeft een opsomming aan. Noteer wat er opgesomd wordt.

Slide 38 - Open vraag

Einde oefentoets

Slide 39 - Tekstslide