Examentraining vwo - Vernieuwde examenvragen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Examentraining vwo 

Vernieuwde examenvragen

Wat verwacht je van
deze examentraining?

Lees tekst 1

Markeer zaken die je opvallen.

Vraag aan leerlingen waarom zij bepaalde zaken hebben gemarkeerd. Waarom viel het op?

Van welk stijlelement maakt
de auteur hier gebruik? Welke toon
slaat de auteur aan?

Citeer twee voorbeelden van sarcasme/ironie die de schrijver gebruikt.

Wat is de boodschap van deze auteur?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Welke reageerders hebben de strekking van de tekst niet begrepen?

Stel je voor: je gaat een tekst schrijven over het leesonderwijs op middelbare scholen. Is dit een betrouwbare bron om te gebruiken?

1. Ja, deze tekst is wel betrouwbaar.
2. Nee, deze tekst is niet betrouwbaar.

Lees tekst 2. 

Markeer de zaken die je opvallen.

Het gedicht van tekst 2 kan op twee manieren gelezen worden.

Leg in je eigen woorden uit hoe het gedicht van tekst 2 het standpunt van de auteur van tekst 1 kan aanvullen.

Om het gedicht te begrijpen, heb je een bepaalde kennis van de literatuur nodig. 

OF

Leerlingen lezen zelf ook te weinig, of komen niet voldoende tot diepgang tijdens het lezen.

Leg in je eigen woorden uit hoe het gedicht van tekst 2 het standpunt van de auteur van tekst 1 kan weerspreken, of gebruikt kan worden om het te weerspreken.

Uit het gedicht blijkt dat leerlingen het lezen op de middelbare school nu ervaren als een opdracht, gedoe, een verplichting,  niet leuk vinden, iets in die richting OF dat leerlingen het leesonderwijs niet enthousiasmerend vinden.

Neem tekst 3 en bron 4 en 5 door.

Markeer de zaken die je opvallen.

In bron 4 (Cartoon) wordt gebruikt gemaakt van ironie en spot. Waarop probeert de cartoonist commentaar te leveren?

In tekst 3 worden verschillende vragen beantwoord. Bij welke vraag of vragen zou je bron 1 kunnen zien als een passende illustratie?

In tekst 3 worden verschillende vragen beantwoord. Bij welke vraag of vragen zou je bron 2 kunnen zien als een passende illustratie?

Stel je voor...

Iemand uit met cartoon van bron 3 kritiek op de overheid, waarin de VVD al sinds 2010 de grootste partij is. Daarbij schrijft de auteur (en tekenaar) dat de Nederlandse overheid, of overheden in het algemeen, altijd de belangen van grote bedrijven boven dat van de burger stelt.

Leg in eigen woorden uit of tekst 3 een bevestiging of weerlegging is van de gedachte die in bron 3 centraal staat.

Lees tekst 4 en neem bron 4, 5 en 6 door. 

Markeer de zaken die je opvallen.

In tekst 4 komen bezwaren van ouders aan de orde. Welke bezwaren hebben ouders op het vertonen van de David?

Bekijk bron 4. In deze bron worden afspraken besproken over naaktheid in de VS. Op basis van welke punten hebben de ouders gelijk?

Bron 5 en 6 geven beide commentaar op de situatie in de VS. In beide cartoons wordt de spot gedreven met een ander controversieel onderwerp. Welk onderwerp is dat?

Welke cartoon past het beste bij de situatie zoals beschreven in tekst 4?

Bron 5

Bron 6

Lees tekst 5.

Markeer de zaken die je opvallen.

Stel je voor: je gebruikt dit artikel om een betoog te schrijven. Welke argumenten voor het gebruik van ChatGPT in het onderwijs kun je vinden?

In tekst 5 wordt een ingezonden brief van ChatGPT besproken. Mag je informatie uit dat fragment gebruiken als bronmateriaal? Beargumenteer je standpunt.

Hebben jullie nog vragen
over de vernieuwde examenvragen?

Wat neem je mee uit
deze training?