Les 3 De kleine en grote bloedsomloop

De kleine en grote circulatie

Les 3 VAFAT
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De kleine en grote circulatie

Les 3 VAFAT

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zitten we erbij vandaag?

Goed
Gaat wel 
Moe

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Enkele quizvragen

Slide 3 - Tekstslide


Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide

Slide 4 - Quizvraag

Het hart ligt:
A
Op het diafragma
B
In de borstholte
C
Achter het sternum
D
Alle bovengenoemde antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. 
Sleep de onderdelen naar het hart.
 Boezem
Hartklep
Aorta
Kamer

Slide 6 - Sleepvraag

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de spierlaag van het hart?
A
Endocard
B
Epicard
C
Myocard
D
Pericard

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de normale hartfrequentie van een volwassene?
A
20 - 60 x/min.
B
40 - 80 x/min.
C
60 - 100 x/min.
D
80 - 120 x/min.

Slide 9 - Quizvraag

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 10 - Quizvraag

AV kleppen
Halvemaanvormige kleppen

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de functie van de hartkleppen?
A
scheiden van O2 arm en O2 rijk bloed
B
het maken van de hartslag
C
voorkomen van terugstromen van bloed
D
hebben geen functie

Slide 12 - Quizvraag

Van de longen naar het hart loopt:
A
Longslagader
B
Longaderen
C
Bovenste en onderste holle ader
D
De Aorta

Slide 13 - Quizvraag

Geleiding
Trekt samen door een elektrische prikkel
Normaal ritme is sinusritme --> wand RB sinusknoop

Tussen boezems en kamers --> AV knoop

Als deze prikkel geleiding verstoord is heb je dus hartritmestoornissen.--> ECG 

Slide 14 - Tekstslide

De prikkel in het hart ontstaat in de:
A
purkinje vezel
B
bundel van his
C
AVknoop
D
sinusknoop

Slide 15 - Quizvraag

De sinusknoop
  • In de sinusknoop ontstaat de hartprikkel.
  • Natuurlijke pacemaker.
  • Zit in de zijwand van de rechter boezem, vlak bij de bovenste holle ader.
  • Bestaat uit niet-samentrekkende spiervezels.
  • De prikkels uit de sinusknoop verlopen via de AV-knoop, de bundel van His en purkinje-vezels naar de kamers.
  • Via de Purkinjevezels worden uiteindelijk de spiercellen van de beide kamers aangezet tot samentrekken.
  • ECG (hartfilmpje): registratiemethode van de elektrische activiteit van het hart. 

Slide 16 - Tekstslide

Sinusknoop, AV-knoop, Bundel van His, Pukinjevezels

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het gevolg van een slecht functionerende sinusknoop?
A
het hart gaat trager kloppen
B
de kamers trekken sneller samen.
C
slagvolume zal toenemen.
D
hartfrequentie wordt onregelmatig

Slide 18 - Quizvraag

De kleine en grote bloedsomloop

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen

  • De bloedvaten in en rondom het hart benoemen en weten waar deze liggen.
  • De functie van de bloedsomloop kunnen benoemen.
  • Functies en kenmerken kunnen benoemen van boezems en kamers.

Slide 20 - Tekstslide

De bloedvaten
Aders: venen
Slagaders: arteriën

  • aorta (lichaamsslagader)
  • longslagader (arteria pulmonalis)
  • longaders (venae pulmonalis)
  • bovenste holle ader (vena cava superior)
  • onderste holle ader (vena cava inferior)


Slide 21 - Tekstslide

Linkerkamer
Rechterkamer
Linkerboezem
Rechterboezem
Onderste holle ader
Longaders
Aorta
Bovenste holle ader
Longslagader

Slide 22 - Sleepvraag

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 23 - Sleepvraag

Bloedsomloop
  • Wordt ook wel lichaamscirculatie genoemd.
  • Zuurstof en voeding brengen naar de weefsels.
  • Koolstofdioxide en andere afvalstoffen ophalen (gaswisseling).
  • Afval meenemen.
  • Verspreiden van warmte, afweerstoffen en hormonen naar alle plaatsen waar ze nodig zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Functie bloedsomloop
Grote bloedsomloop:
  • Vervoeren van zuurstofrijk bloed naar alle organen in het lichaam en het afvoeren van zuurstofarm bloed naar het hart.

Kleine bloedsomloop:
  • Vervoeren van zuurstofarm bloed naar de longen en het afvoeren van zuurstofrijk bloed naar het hart.

Slide 25 - Tekstslide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart Van zuurstof arm naar zuurstofrijk.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart .

Slide 26 - Tekstslide

Video
Circulatie


http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_bloedsomloopmens06

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Boezems en Kamers
Zitten aan de Bovenkant van het hart
Komen later (liggen lager)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

De werking
De hartslag is het aantal keer dat het hart zich samentrekt in 1 minuut.

1. De boezems zijn volgestroomt met bloed. De boezems trekken samen en de hartkleppen staan open.
2. De hartkleppen sluiten zich en het bloed zit nu in de kamers. De halvemaanvormige kleppen gaan open de kamers trekken zich samen. 
3.  alle kleppen gaan open het hart is in rust.

Slide 34 - Tekstslide

Hartcyclus
Wat zien we gebeuren?

  1. Samentrekken boezems
  2. Samentrekken kamers
  3. Hart ontspant

Slide 35 - Tekstslide

de les was
A
makkelijk
B
soms makkelijk, soms moeilijk
C
moeilijk

Slide 36 - Quizvraag