§3.1 Hoe komt je aan werk?

§3.1 Hoe komt je aan werk?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.1 Hoe komt je aan werk?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kunt solliciteren.
  2. Je weet waarom scholing nodig is.
  3. Je kunt gegevens aflezen uit een cirkeldiagram en staafdiagram.
  4. Je weet wat het nut is van arbeidsverdeling.
  5. Je kent het verschil tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan.
  6. Je hebt paragraaf 3.1 goed begrepen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1:
Je weet wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kunt solliciteren.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel 2:
Je weet waarom scholing nodig is.

Slide 5 - Tekstslide

Onderwijs is de sleutel tot jouw toekomst

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 3:
Je kunt gegevens aflezen uit een cirkeldiagram en staafdiagram.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel 4
Je weet wat het nut is van arbeidsverdeling.

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
Het werk bij bedrijven wordt verdeeld in taken.
Bijvoorbeeld: leidinggevend en uitvoerend werk.

Je kan dan doen waar je goed in bent!!!
Je kan het werk sneller doen omdat je je gespecialiseerd hebt.
Je kan het dan ook sneller en beter dan wanneer je verschillende taken moet doen.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 5:
Je kent het verschil tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan.

Slide 12 - Tekstslide

Deeltijd

Heet ook wel parttime-baan
Je werkt een minder aantal uren dan een volledige baan
bijv.: minder dan 36 uren
Voltijd

Je werkt 36 tot 40 uren per week.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat de arbeidsmarkt is en hoe je op een vacature kunt solliciteren.
  2. Je weet waarom scholing nodig is.
  3. Je kunt gegevens aflezen uit een cirkeldiagram en staafdiagram.
  4. Je weet wat het nut is van arbeidsverdeling.
  5. Je kent het verschil tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan.
  6. Je hebt paragraaf 3.1 goed begrepen.

Slide 14 - Tekstslide