3.4 Warmte binnenhouden

3.4 Warmte binnenhouden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.4 Warmte binnenhouden

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik
Uitleg 3.4
Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige paragrafen

Slide 3 - Tekstslide

Warmte
Warmte is een vorm van energie
Deze energie kan zich verplaatsen. 

Het verplaatsen van energie noem je warmtetransport

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Warmtetransport
Geleiding:
warmtetransport door een vaste stof
het 'pakketje' wordt van de ene molecuul naar de andere doorgegeven.

Stroming:
warmtetransport door een vloeistof of een gas,
het 'pakketje' wordt door de molecuul meegenomen naar een andere plek

Straling:
hiervoor is geen tussenstof nodig
het 'pakketje' wordt gegooid

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In welke fase kan warmtetransport door geleiding het gemakkelijkst plaatsvinden?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas

Slide 8 - Quizvraag

In een fluitketel gaat de warmte door het water van onder naar boven.
Dit gebeurt door...
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 9 - Quizvraag

Als je bij een kampvuur zit, welke vorm van warmtetransport houdt je dan lekker warm
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 10 - Quizvraag

In een koekenpan gaat de warmte door de hele pan.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding

Slide 11 - Quizvraag

De radiator maakt de lucht er omheen warm door...
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
D
Straling, stroming en geleiding

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen
Je leert waardoor het afkoelt in huis.
Je leert hoe je warmte binnenhoudt.

Slide 13 - Tekstslide

Waardoor koelt een huis af?
- Warmte wil naar een koude plek toe

- Binnen warm en buiten koud

-Warme lucht wil door gaten/kieren/open ramen naar buiten

Slide 14 - Tekstslide

Door straling verlies je ook warmte

-Straling gaat door glas heen, net zoals licht door glas gaat!

Slide 15 - Tekstslide

Door geleiding verlies je ook warmte!

- Warme lucht raakt het raam
-Warmte wordt afgegeven aan het glas
-De lucht binnen wordt kouder
Binnen
Buiten

Slide 16 - Tekstslide

De warmte binnenhouden
- Ramen en deuren dichthouden
-Isoleren


Isoleren is: er voor zorgen dat de warmte in een huis binnen blijft
Dingen die isoleren heten: Isolatoren

Slide 17 - Tekstslide

Isoleren
Isoleren is het tegengaan van warmtetransport. 

Lucht geleid warmte heel slecht. 
Als lucht stilstaat is het dé perfecte isolator!!!!


Slide 18 - Tekstslide

Isoleren
Straling tegengaan door de warmte terug te kaatsen met glimmend materiaal (bijvoorbeeld een spiegel)

Stroming tegengaan door het gas of de vloeistof 'op te sluiten'  
(bijvoorbeeld de stilstaande lucht tussen meerdere laagjes kleren)

Geleiding tegengaan door materialen te gebruiken die warmte slecht weg geleiden (bijvoorbeeld plastic in plaats van metaal)

Slide 19 - Tekstslide

Hoe isoleer je een huis?
- Geleiding: Je maakt je huis van materialen die warmte slecht doorgeven
Zoals hout, beton, dubbelglas en kunststof

- Stroming: Er voor zorgen dat warme lucht niet weg kan.
door gaten en kieren te vullen

Slide 20 - Tekstslide

voorbeelden van isolatie materiaal
Steenwol
Glaswol
Piepschuim
Dubbel glas

Slide 21 - Tekstslide

Hoe blijft een thermoskan warm dan?
- Vacuüm: ruimte zonder lucht erin
-Zilverlaag: weerkaatst de straling
-Goed sluitende dop

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet het tegenhouden
van warmtetransport
A
Geleiding
B
Isoleren
C
Straling
D
Stroming

Slide 23 - Quizvraag

Hoe houdt deze beker thee warm?
A
Houdt straling tegen
B
Houdt stroming tegen
C
Houdt geleiding tegen
D
Geen van bovengenoemde

Slide 24 - Quizvraag

Hoe houdt deze deken de man warm?
A
Houdt straling tegen
B
Houdt stroming tegen
C
Houdt geleiding tegen
D
De deken wordt elektrisch verwarmd

Slide 25 - Quizvraag

Steenwol gebruik je om daken te isoleren.
Hoe werkt dat?
A
Houdt straling tegen
B
Houdt stroming tegen
C
Houdt geleiding tegen
D
Geen van bovengenoemde

Slide 26 - Quizvraag

Wat moet je leren voor de toets
Pak je boek, of open Word op je laptop.


Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten die horen bij paragraaf 3.4
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide