2.3 Waarom zou je lenen?

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

2. JIJ EN JE GELD
2.3 Waarom zou je lenen?

Slide 2 - Tekstslide

Ga rustig op je plek zitten volgens de nieuwe plattegrond.
Pak alvast je boek en laptop erbij
Je bent nu stil en wacht tot dat de les begint.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen ?
Check Huiswerk  +Boek(15,16,18,21, 34 en 25)
Terugblik vorige les
2.3 Waarom zou je lenen
Opgaves maken
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
  • Ik kan voorbeelden geven van 3 verschillende motieven om geld te lenen.
  • Ik kan de kosten van een lening berekenen.
  • Ik kan uitleggen wat de begrippen maandtermijn, aflossing en rente betekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom lenen mensen eigenlijk?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Leen jij geld., zo ja bij wie ?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Leen motieven.
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • Je hebt een tijdelijk geldtekort
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig ( onverwachte uitgaven)
  • Je wilt nu iets hebben en niet eerst sparen ( direct iets willen kopen

Slide 10 - Tekstslide

Waarom kost lenen geld ?

Slide 11 - Open vraag

Lenen kost geld.
  • Je moet altijd meer terugbetalen dan je leent.
  • Het verschil tussen wat je geleend hebt en wat je moet terugbetalen is de rente. 

Slide 12 - Tekstslide

Ik zou geld lenen voor het maken van een vakantiereis naar Australië:
Ja
Misschien
Nee

Slide 13 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe koelkast, de oude is kapot.
Ja
Misschien
Nee

Slide 14 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe playstation.
Ja
Misschien
Nee

Slide 15 - Poll

Bedenk 1 voordeel van geld lenen.

Slide 16 - Open vraag

Bedenk 1 nadeel van geld lenen.

Slide 17 - Open vraag

Je koopt de nieuwe Playstation 5 op afbetaling.
A
Onverwachte uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 18 - Quizvraag

Je leent geld van oma omdat je jouw kapotte telefoonscherm moet laten vervangen.
A
Onverwachte uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 19 - Quizvraag

Je betaalt altijd meer terug dan het bedrag wat je geleend hebt.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Goede middag klas 2B
  • Ga rustig zitten volgens de plattegrond
  • Pak je boek alvast en sla bladzijde 64 op
  • de laptop blijft in de tas.
  • Je bent stil en wacht tot dat de les begint.

Slide 21 - Tekstslide

Wat gaan we doen ?
  • Korte herhaling laatste paragraaf.
  • Aan de slag met de rekenen opgaven 12 t/m 20 bladzijde 65
  • afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Wat gaan we doen ?
Huiswerk controle  Blz 64+ Boek
 opgave 12 t/m 20 
Maken oefentoets Blz 59
afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opgaven oefentoets op blz 59
Hoe ? : Alleen of samen met je buurman/vrouw op fluistertoon niveau
Kom je er niet uit samen met je buurman. Steek je vinger op dan kom ik bij je.
Klaar ? Steek je vinger op dan mag je het nakijken.
Tijd over ?
timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide

Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • Je hebt een tijdelijk geldtekort
  • Je hebt onverwacht dringend geld nodig ( onverwachte uitgaven)
  • Je wilt nu iets hebben en niet eerst sparen ( direct iets willen kopen

Slide 25 - Tekstslide

Waarom zou je lenen?
Begrippen
De looptijd is de duur van een lening.

Elke maand betaal je een maandtermijn, deze bestaat uit:
  • deel aflossing: het geleende geld terugbetalen
  • deel rente: de kost om geld te lenen

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeldberekening

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel rente betalen de ouders van Finn ?
€ 4752,-  terugbetalen (aflossen)
€ 4000,-   Geleend geld
€    752,-  Rente
Formule: Rente : het geleende bedrag x 100.
€ 752:€4000 x100 = 18,8 %

Slide 28 - Tekstslide

Je leent € 5000. Je betaalt € 5.750,- terug aan de bank. Hoeveel % rente heb je betaald

Slide 29 - Open vraag

Berekening
€ 5.750 terugbetalen (aflossen)
€ 5000, Geleend geld
€ 750     Rente.
Formule: Rente : het geleende bedrag x 100.
€ 750:€5000x100= 15%

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag ?
Maak opgaven 12 t/m 20 op bladzijde 65
Hoe ? : Alleen of samen met je buurman/vrouw op fluistertoon niveau
Kom je er niet uit samen met je buurman. Steek je vinger op dan kom ik bij je.
Klaar ? Steek je vinger op dan mag je het nakijken.
Tijd over ?
Schrijf de begrippen over op blz 57 en schrijf de
betekenis op in je eigen woorden.


timer
25:00

Slide 31 - Tekstslide

2.3 Waarom zou je lenen?
  • Ik kan voorbeelden geven van 3 verschillende motieven om geld te lenen.
  • Ik kan de kosten van een lening berekenen.
  • Ik kan uitleggen wat de begrippen maandtermijn, aflossing en rente betekenen.

Slide 32 - Tekstslide