Les 5: sensoren, oog DVZ24Y3

Les 5 Anatomie en Fysiologie

Zintuigen 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Anatomie en Fysiologie

Zintuigen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Lesdoelen bespreken

Theorie Zintuigen (oog) 

Opdrachten learnbeat


Afronding 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Na deze les kan je de bouw en functie van de zintuigen en het oog beschrijven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zintuigen kennen jullie

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

DE ZINTUIGEN

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigen
- Zintuigen zorgen ervoor dat je kunt waarnemen
- Waarschuwen voor gevaar
- Zintuigen doen dit de hele dag door
- Ook buiten je bewustzijn om

Best een mooi systeem van ons lichaam dus!

Slide 8 - Tekstslide

Zintuigcellen zetten informatie van de buitenwereld om in elektrische signalen
Geluid
Licht
tast
reuk
smaak
temperatuur
Zintuigen
- Organen die bepaalde prikkels overbrengen
- Zetten prikkels om in impulsen
- Zenuwen pakken signalen op en geven het door aan je ruggenmerg
- Bestaat uit 6 zintuigen:
reuk, smaak, gevoels, gezichts, gehoor 
en evenwichtszintuig.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten prikkels kunnen wij waarnemen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn een aantal zintuigen.

Welke zijn er?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigenstelsel
Een stelsel waarmee je bepaalde signalen van buitenaf en van binnenuit opvangt. 

 Je krijgt hierdoor informatie binnen over je omgeving en over de toestand van je eigen lichaam. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn sensoren?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sensoren 
Ook wel zintuigcellen die door de zintuigen gebruikt wordt om prikkels waar te nemen. 

De zintuigcellen zijn alleen gevoelig voor een bepaalde prikkel (pijnprikkel bijvoorbeeld). Deze prikkels worden via zenuwcellen doorgegeven aan de hersenen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zintuigcellen
Zintuigen kunnen prikkels waarnemen omdat ze een grote aantal zintuigcellen hebben.
Andere naam voor die specifieke cellen: receptoren of sensoren.

Wat vangen ze zoal op? geluid, licht, tast, reuk, smaak, temperatuur.

Slide 15 - Tekstslide

exteroreceptoren reageren op prikkels van buiten het lichaam
tong= smaak
neus= reuk
oog= gezichtsvermogen
oor=gehoor
huid= tast

interoreceptoren reageren op prikkels binnen het lichaam.
properiocepetoren geven informatie over het bewegingsapparaat. 
en de wanden van alle holle organen (darmen, longen, maag mondholte, urinewegen en bloedvaten)  geven informatie over de inhoud van het orgaan.
Exteroreceptoren
Zintuigcellen die de wereld om je heen waarnemen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus - reukzintuig
  • Zintuigcellen: reukzin
  • Werkt bij inademen via de neus
  • Heeft invloed op de smaak
  • Zo'n 10.000 geuren onderscheiden
  • Geur wordt opgeslagen in passief geheugen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
- Kun je mee ruiken
- Geuren waarschuwen je voor gevaar
- Reukslijmvlies bestaat uit reukzintuigcellen, slijmklieren en steuncellen
- Reukzintuigcellen zijn langgerekte
gespecialiseerde zenuwuiteinden
- Geurreceptoren zorgen ervoor dat
er een impuls ontstaat.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig
- Reukzintuig is als enige verbonden met het limbisch systeem =  je emotionele brein
- Bijvoorbeeld een speciale geur van een drankje wat je terug brengt naar het moment dat je daar erg ziek van bent geworden.

Slide 19 - Tekstslide

De structuren in het limbisch systeem zijn betrokken bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. 
Het limbische systeem is onderdeel van de grote hersenen.
Tong - smaakzintuig
  • Alleen opgeloste stoffen (speeksel)
    zijn waar te nemen
  • Fundamentele smaken: zoet, zuur,
    zout, bitter, unami (hartig).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar proef je welke smaak?
'aangenaam hartige smaak'

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig

- Om te proeven
- Proeven is samenspel van smaak en geurwaarneming
- Bij proeven blijft het niet; structuur en temperatuur belangrijke rol. Warme soep beter dan koude, krokante chips beter dan slappe chips
- Als je iets echt niet lust, kun je gaan kokhalzen, reflex

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smaakzintuig
- Smaakzintuig bestaat uit smaakzintuigcellen en zenuwvezels van drie hersenzenuwen:
1. tong-keelzenuw
2. aangezichtszenuw
3. zwervende zenuw (Nervus vagus)
- Smaken proef je als ze in contact komen met vocht. Bij een droge tong proef je weinig. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking smaak

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oog 

Het oog is een bolvormig orgaan met aan de binnenkant lichtgevoelige cellen. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oogleden 
De oogleden zijn huidplooien met aan de binnenkant slijmvlies. Bevatten wimpers en talgklieren. 

Achter het bovenste ooglid ligt de traanklier. Knipperen verspreidt traanvocht over de oogbol om uitdroging te voorkomen. 

Het traanvocht wordt afgevoerd via de binnenste ooghoek, waar de traanbuis opent.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog
Bindvlies: Bedekt het gehele oog; beschermt het oog.
Harde oogrok: Beschermt het oog; oogwit.
Hoornvlies: Voorkant oog; is helder; laat licht door.
Iris: Kleur; regelt met pupil hoeveelheid licht.
Pupil: Wordt groter in het donker; 
kleiner bij fel licht.
Ooglens: Direct achter pupil en iris; 
bolle vorm. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van het oog
Netvlies (retina): Achterin het oog; fotoreceptoren; zetten beelden om in impuls.
Gele vlek: midden van het netvlies; licht- en kleurgevoelige kegeltjes; 
De kegeltjes zorgen voor het scherp zien van details.



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Receptoren netvlies
  • Staafjes: beweging en zwart/wit vormen
  • Kegeltjes: kleuren en details.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgekeerd!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lens
Accommoderen:
aanpassen van de vorm
en dikte van de ooglens.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De oogspieren

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traanfilm
.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pupilreflex

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het reukzintuig nodig om het verschil tussen aardbeien- en frambozenranja proeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Het oor en integratie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met learnbeat.
Lees eerst helemaal de theorie en start dan pas aan de opdrachten... 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies