Aan het einde van deze lessonup kan jij:
Je kan de belangrijkste organen van het menselijk lichaam benoemen in het lichaam.
Je kan de verschillende onderdelen van een menselijke cel benoemen.
Je kent het verschil tussen de buik- en borstholte en kan aangeven welke organen zich hierin bevinden.
Je kan het verschil tussen cellen en een weefsel benoemen.
Je kan de taak van het verteringsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
Je kan de taak van het ademhalingsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
Je kan de taak van het bloedvatenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
Je kan de taak van het spierenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
Je kan de taak van het zenuwstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
Je kan beschrijven hoe het ademhalingsstelsel, het verteringsstelsel, het bloedvatenstelsel en het spierenstelsel samen werken bij een beweging.