Hoofdstuk 2 extra komt in de toets

Hoofdstuk 2 Extra 
LEREN VOOR DE TOETS!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Extra 
LEREN VOOR DE TOETS!

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het einde van deze lessonup kan jij:
 Je kan de belangrijkste organen van het menselijk lichaam benoemen in het lichaam.
 Je kan de verschillende onderdelen van een menselijke cel benoemen.
 Je kent het verschil tussen de buik- en borstholte en kan aangeven welke organen zich hierin bevinden.
 Je kan het verschil tussen cellen en een weefsel benoemen.
 Je kan de taak van het verteringsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het ademhalingsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het bloedvatenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het spierenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het zenuwstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan beschrijven hoe het ademhalingsstelsel, het verteringsstelsel, het bloedvatenstelsel en het spierenstelsel samen werken bij een beweging.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werkt je lichaam?
- Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak 
- De meeste organen liggen in je romp.
 Het middenrif verdeelt de romp in de buikholte en borstholte. 

- Cellen van mensen en dieren hebben 3 onderdelen. 
1. Celmembraan: een dun vlies aan de buitenkant
2. Celkern: regelt alles wat er in de cel gebeurt. 
3. Cytoplasma: een dikke vloeistof.  

- Cellen die dezelfde vorm en taak hebben, noem je een weefsel.

Slide 3 - Tekstslide

Vul alle orgaanstelsels die jij kent hier in.

Slide 4 - Open vraag

Wat is een orgaanstelsel?
Een orgaanstelsel wordt gevormd door organen die samenwerken
 aan een grotere taak 


Verschillende orgaanstelsels zijn: 
- het bloedvatenstelsel
- het verteringsstelsel 
- het zenuwstelsel
- het ademhalingsstelsel 
- het uitscheidingsstelsel 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komen spieren aan energie? 
Spieren hebben energie nodig om te kunnen bewegen. 
Glucose + zuurstof = energie 

De energie die in glucose zit, komt vrij door verbranding.  

Een schema van de verbranding
glucose + zuurstof -> energie + koolstofdioxide + water 

Drie uitscheidingsorganen die de afvalstoffen van verbranding verwijderen :
Longen -> Koolstofdioxide en water
Nieren -> water 
Huid -> water 


Slide 6 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het einde van deze lessonup kan jij:
 Je kan de belangrijkste organen van het menselijk lichaam benoemen in het lichaam.
 Je kan de verschillende onderdelen van een menselijke cel benoemen.
 Je kent het verschil tussen de buik- en borstholte en kan aangeven welke organen zich hierin bevinden.
 Je kan het verschil tussen cellen en een weefsel benoemen.
 Je kan de taak van het verteringsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het ademhalingsstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het bloedvatenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het spierenstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan de taak van het zenuwstelsel benoemen en aangeven welke organen hieronder vallen.
 Je kan beschrijven hoe het ademhalingsstelsel, het verteringsstelsel, het bloedvatenstelsel en het spierenstelsel samen werken bij een beweging.

Slide 7 - Tekstslide

Waar liggen de meeste organen?
A
Hoofd
B
Romp
C
Buikholte

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van het middenrif?

Slide 9 - Open vraag

2. De volgende woorden zijn allemaal bouwstenen van een organisme. Ze zijn gehusseld. Sleep de woorden in de goede volgorde van klein naar groot.
1.
2.
3.
4.
5.
Organen
Orgaanstelsel
Cellen
Organisme
Weefsel

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 11 - Sleepvraag

Welke orgaanstelsels zijn er bij de vorige vraag niet aan bod gekomen?

Slide 12 - Open vraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose

Slide 13 - Sleepvraag