Pedagogisch klimaat Thema 3 les 1

Thema 3 begeleiden in de groep
Les 1 een veilige basis
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 begeleiden in de groep
Les 1 een veilige basis

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
Een veilig pedagogisch klimaat
Basisbehoeften van het kind
Intrinsieke motivatie
Basisbehoeften voor de ontwikkeling
Zelfbeeld en identiteit

Slide 2 - Tekstslide

Wat vind jij een veilige basis?

Slide 3 - Open vraag

Een veilig pedagogisch klimaat
Jij hebt ontzettend veel invloed!

Slide 4 - Tekstslide

Een veilig pedagogisch klimaat
  • Is van belang voor de ontwikkeling
  • Veilig voelen: is wanneer iemand zich beschut, beschermd, geborgen, vertrouwd en zeker voelt; vrij van angsten en gevaar
  • Emotionele veiligheid: Betekent een gevoel van geborgenheid, het gevoel dat iemand kan zijn wie hij is en beschermd wordt tegen negatief gedrag van anderen. 
  • Veilig pedagogisch klimaat: is een vertrouwde en veilige omgeving  een kind, waar een kind een veilig basisgevoel heeft 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zorg je voor een
veilig pedagogisch klimaat?

Slide 6 - Woordweb

Basisbehoefte van het kind
  • Het is belangrijk dat je vertrouwen toont in je leerlingen
  • Kinderen ontwikkelen zich het beste in een groep als ze geloof hebben in eigen kunnen, zelf verantwoordelijkheid krijgen en merken dat ze erbij horen
  • Een kind zal zich pas goed kunnen ontwikkelen als aan zijn basisbehoeften voor het functioneren in een groep is voldaan

Slide 7 - Tekstslide

Basisbehoeften
Iedereen heeft basisbehoeften. 
Als hier niet aan voldaan wordt
kan een leerlingen NIET aan
leren toe komen. 

Staan weergegeven in de piramide
van Maslow. 

Slide 8 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie
  • Is er voldaan aan de basisbehoeften? Ja? Dan kan het kind beginnen met leren. 

  • Kinderen leren door te ontdekken.
  • Kinderen leren meer als ze dingen mogen ontdekken.

  • Dit noem je: Intrinsieke motivatie. 
  • Intrinsieke motivatie: De drang om vanuit zichzelf op zoek te gaan naar moeilijkere uitdagingen en nieuwe dingen onder de knie te krijgen? Deze motivatie van binnenuit leidt tot meer zelfvertrouwen en een beter contact met anderen. 

Slide 9 - Tekstslide

3 Basisbehoeften voor ontwikkeling
  • Om de intrinsieke motivatie te ondersteunen en een kind zo goed mogelijk te laten ontwikkelen, zijn er naast de menselijke basisbehoeften van Maslow nog 3 basisbehoeften voor de ontwikkeling. 
  • Relatie
  • Autonomie
  • Competentie

Slide 10 - Tekstslide

Behoefte aan relatie
  • Kinderen hebben het verlangen zich verbonden te voelen aan anderen. Elk kind wil zich gerespecteerd en geliefd voelen. Kinderen ontwikkelingen zichzelf beter als ze merken dat ze ergens bij horen, dat ze mee mogen doen en dat anderen met hen willen spelen. 

  • Jouw taak: 
  • Contact te maken
  • Toon belangstelling
  • Werk aan goede onderlinge relaties tussen de kinderen
  • Grijp meteen in bij pesten
  • Reageer als je ziet dat iemand geen contant heeft in de groep

Slide 11 - Tekstslide

Behoefte aan autonomie
  • Kinderen hebben de mogelijkheid te kiezen en inbreng te hebben in de dingen die ze doen. Autonomie is de behoefte van kinderen om zelfstandig hun eigen gangetje te gaan. Je geeft een kind ruimte door er niet meteen bovenop te zitten als het iets zelf probeert. Kinderen zijn gemotiveerder als ze er zelf voor kiezen. 

  • Jouw taak: 
  • Geef ruimte om zelf dingen te laten ontdekken
  • Geef de kans om zelf problemen op te lossen
  • Geef verantwoordelijkheid, laat ze eigen keuzes maken

Slide 12 - Tekstslide

Behoefte aan competentie
  • Kinderen hebben een sterke en natuurlijke drang naar leren. (competentie) Daarbij hoort het gevoel van vertrouwen in het eigen kunnen. Door het geven van positieve feedback en uitdagende opdrachten versterk je het zelfvertrouwen van de kinderen.

  • Jouw taak: 
  • Succeservaringen laten opdoen
  • Geef complimenten en op andere manieren bevestiging en aanmoediging

Slide 13 - Tekstslide

Zelfbeeld en identiteit
  • Zelfbeeld: Het beeld wat een kind van zichzelf heeft. 
  • Hoe ontwikkel je een zelfbeeld?

  • Positief zelfbeeld
  • Negatief zelfbeeld 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kan je het zelfbeeld van een kind stimuleren?

Slide 15 - Open vraag

Identiteit
  • Identiteit: Wie ben ik? Wat kan ik? Waar ben ik goed in? Hoe ziet de ander mij?
  • Vanaf 6 jaar ontwikkelen kinderen een persoonlijke identiteit, omdat dit plaats vindt in contact met anderen.  
  • Vanaf 9 jaar ontwikkelen kinderen vermogen tot zelfreflectie, kritisch kijken naar zichzelf. 

  • Door kritisch te kijken naar zichzelf stelt een kind zijn of haar identiteit steeds bij: 
  • Zowel positief als negatief

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
  • Beschrijf jezelf in 3 woorden.

  • Leergierig, sociaal, doorzetter 

  • Op de volgende slide kunnen jullie antwoord geven op deze vraag.

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf jezelf in 3 woorden.

Slide 18 - Open vraag