P8: les 2 luistervaardigheid

Luistervaardigheid 
Je krijgt binnenkort een luister-
wexamen.
Dus...
hoe pak je dat aan?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Luistervaardigheid 
Je krijgt binnenkort een luister-
wexamen.
Dus...
hoe pak je dat aan?

Slide 1 - Tekstslide

DEZE LES GAAT OVER:

   1) WAT JE VOORAF MOET WETEN
    2) HOE MAAK JE EEN LUISTERTOETS?

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoelen
Tekstdoelen ... Ken je ze nog?
Hier volgen een paar spelletjes om daar achter te komen.

Slide 3 - Tekstslide

Krantenartikel
Voetbal-
wedstrijd op tv
Betoog van Rutten
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 4 - Sleepvraag

Hoofdtekstdoel/hoofdgedachte
Een tekst heeft vaak meerdere doelen,

maar er is maar één hoofdtekstdoel/hoofdgedachte.
Het hoofdtekstdoel is het belangrijkste doel van een tekst of luisterfragment.



Slide 5 - Tekstslide

Spelletje...
... maak de memory door het juiste tekstdoel bij de juiste tekstsoort te zoeken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Wat is ook alweer de kernzin van een tekst?

Slide 8 - Open vraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'
A
Vergelijking
B
Voorwaarde
C
Oorzaak-gevolg
D
Reden/verklaring

Slide 9 - Quizvraag

'Doordat de schoolvakantie in het zuiden anders valt, heb ik nu geen vakantie'. Dit hoort bij het volgende tekstverband:
A
Voorbeeld/toelichting
B
Tegenstelling
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijd

Slide 10 - Quizvraag

Goed kunnen horen en juiste verwachting
Daar begint het natuurlijk mee!
Dus gebruik een koptelefoon/oortjes en kies een rustige omgeving.

Je kunt beter luisteren als je verwacht wat je gaat horen


Slide 11 - Tekstslide

Juiste verwachting door oriënteren
Vooraf denk je na over het onderwerp.
Je bedenkt alvast wat jij verwacht dat er verteld gaat worden.
= strategie voorkennis activeren
= strategie voorspellen

Slide 12 - Tekstslide

oriënteren
verstaanbaarheid
"Wat zegtie nou?"




Maak je geen zorgen: alle teksten zijn duidelijk te verstaan.
   

Maar wees er wel op voorbereid dat de tongval verschilt.

Dus een "zachte g"
en "een tikkeltje bekakt" komen wel voor.

Slide 13 - Tekstslide

Oriënteren tijd
Door je muisaanwijzer op het fragment te houden, zie je hoe veel minuten het duurt.

De tijd ligt meestal tussen twee en tien minuten.

Slide 14 - Tekstslide

En dan focus...
Intensief luisteren
Interpreteren voorkomen! Dus wat wordt er letterlijk gezegd en gevraagd

Slide 15 - Tekstslide

Stappen meerkeuzevragen
1) Lees de vraag
2) Bedenk voor jezelf alvast het antwoord (let op, niet interpreteren)
3) Kijk of jouw antwoord erbij staat of een antwoord
dat er het meest op lijkt
4) Luister het fragment intensief om te checken
5) Vink dan het juiste antwoord aan

Slide 16 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 17 - Tekstslide

Waar denk je dat het fragment over gaat? Beschrijf in 15-20 woorden.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Wat valt je op? Benoem de tekstsoort, het onderwerp, wie er spreekt en wat de rol is van de spreker of sprekers

Slide 20 - Open vraag

Nieuw fragment
Luister goed
Maak aantekeningen
Standpunten en argumenten
onderwerp/hoofdgedachte

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wat is het onderwerp?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de tekstsoort?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het standpunt van de spreker? En waar hoor je dat aan?

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
Opdrachten NU Nederlands

Slide 26 - Tekstslide