B.4 Populaties

Populaties
Groep individuen van dezelfde soort, in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Populaties
Groep individuen van dezelfde soort, in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten.

Slide 1 - Tekstslide

Tussen individuen binnen een populatie
Concurrentie
Bijv. om voedsel, een partner, ruimte, licht.
Territorium: door bepaalde gedragingen worden soortgenoten uit het gebied geweerd.
Coöperatie
Bijv. bij de balts, paring, zoeken naar voedsel, verdedigen
Leven in groepen. Voordelen:vinden van een partner, waarnemen vijanden, verlaging van de kans op predatie, efficiënt jagen
.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Filmpje
Bekijk het volgende filmpje vanaf 2;00 minuut en laat je verrassen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheidsafhankelijke factoren
Zijn biotische factoren zoals:
predatie, voedsel, ziekte en parasitisme.
Deze factoren beïnvloeden de populatiedichtheid door negatieve terugkoppeling!

Slide 9 - Tekstslide

Dichtheidsonafhankelijke factoren
Worden beïnvloed door het milieu bv. strenge winter, veel sneeuwval, bosbrand e.d.
Beïnvloedt de populatie NIET door negatieve terugkoppeling!

Slide 10 - Tekstslide

Veranderingen populatiedichtheid
Worden geanalyseerd door de bepaling van 4 grootheden:

- Geboortecijfer (aantal geboorten per jaar per 1000 individuen)
- Sterftecijfer (aantal sterfgevallen per jaar per 1000 individuen)
- Emigratie
- Immigratie

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
Biologisch evenwicht: De populatiegrootte schommelt rond een bepaalde evenwichtswaarde. (is door de mens bedacht. Als er evenwicht is komt er weer chaos)
Draagkracht: Het aantal individuen per soort dat een bepaald gebied aankan. Is het aantal individuen hoger, dan zal de populatie af gaan nemen.

Slide 12 - Tekstslide

Gunstige milieuomstandigheden
Hoog geboortecijfer = J-curve
Laag geboortecijfer = S-curve

Slide 13 - Tekstslide

Populatiegroei
  • J-curve: exponentiële groei, invasieve exoten met onbeperkte hulpbronnen
  • Draagkracht
  • s-curve: schommelingen rond biologisch evenwicht

Slide 14 - Tekstslide

Ecologische hoofdstructuur

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Geef in je eigen woorden aan wat het belang is van de ontsnippering.

Slide 17 - Open vraag

Opdrachten
Maak opdracht 4 t/m 6 in het tekstboek.
Antwoorden op de volgende slides.

Slide 18 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 4
1. Coöperatie: paring(sdans)
2. Meer concurrentie (om vrouwtjes of voedsel), ziektes verspreiden sneller, trekt predatoren aan.
3. Snel vinden van een partner, kans op predatie is kleiner, samenwerken bij het jagen, samenwerken bij het zoeken naar voedsel.
4. (80*60)/15=320 kikkers

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 5
1. Een langdurige periode van hevige sneeuwval die de dichtheid van verschillende populaties in een ecosysteem kan beïnvloeden is een dichtheidsonafhankelijke factor.
2. Er is hierbij geen sprake van terugkoppeling. De hoeveelheid sneeuwval wordt niet bepaald door de grootte van de populaties.
3. Bij de bergeend is het gemiddelde geboortecijfer hoger, zodat de hogere sterfte wordt gecompenseerd.
4. Door toename van de populatiedichtheid van sneeuwhazen neemt de populatiedichtheid van lynxen ook toe.
5. Door toename van de populatiedichtheid van lynxen neemt de populatiedichtheid van sneeuwhazen af.
6. De populatie van het aantal lynxen kan alleen toenemen als er voldoende voedsel in de vorm van sneeuwhazen beschikbaar is. Daardoor wordt elke plek in de populatiedichtheid van lynxen voorafgegaan door een piek in de populatiedichtheid van de sneeuwhazen.

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 6
1. Twee factoren die de oorzaak kunnen zijn van de regelmatige instorting van de populatie watervlooien, zijn de afname van de hoeveelheid voedsel en ziekten.
2. Watervlooien zullen een hoog geboortecijfer hebben, omdat het aantal watervlooien al binnen enkele dagen sterk kan toenemen.

Slide 21 - Tekstslide