Als je je eigen onderneming gaat starten, dan kun je voor verschillende ondernemingsvormen kiezen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Ondernemingsvormen
eenmanszaak
zelfstandige zonder personeel (zzp-er)
vennootschap onder firma (vof)
besloten vennootschap (bv)
naamloze vennootschap (nv)
stichting
Slide 11 - Tekstslide
Eenmanszaak
Er is één eigenaar die zelf de leiding heeft.
De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 12 - Tekstslide
Zzp-er
Iemand die werkt zelfstandig, heeft dus een eigen onderneming.
Een zzp-er heeft geen personeel en betaalt inkomstenbelasting over de winst.
Slide 13 - Tekstslide
Welke beweringen zijn juist? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een zelfstandige kan personeel in dienst hebben.
B
Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen.
C
In een eenmanszaak werkt maar één persoon.
D
De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.
Slide 14 - Quizvraag
V.o.f.
Vennootschap onder firma: er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 15 - Tekstslide
kenmerken eenmanszaak en v.o.f.
Voor de eigenaren van een eenmanszaak en v.o.f. is de winst hun inkomen. Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
Bij verlies zijn de eigenaren ook privé aansprakelijk.
Slide 16 - Tekstslide
Wat zou een mogelijk risico kunnen zijn als je samen met iemand een v.o.f. start i.p.v. een eenmanszaak?
Slide 17 - Open vraag
BV en NV
Een bv (= besloten vennootschap) en een nv (= naamloze vennootschap) zijn ondernemingsvormen waarbij het privégeld van de eigenaren en het geld van de onderneming strikt van elkaar gescheiden zijn. De eigenaren zijn aandeelhouders.
Over de winst wordt vennootschapsbelasting betaald.
De aandeelhouders krijgen dividend als er winst gemaakt wordt.
Slide 18 - Tekstslide
Stichting
Een stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. Vaak ontvangen ze geld in de vorm van donaties of een subsidie. Winst mag niet gehouden worden, dit moet besteed worden t.b.v. het doel van de stichting.
Slide 19 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 20 - Tekstslide
Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Is er een verschil tussen een zzp'er en een ondernemer met een eenmanszaak? Leg je antwoord uit.
Slide 22 - Open vraag
Noem een overeenkomst en een verschil tussen een eenmanszaak en een vof.
Slide 23 - Open vraag
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV
Slide 24 - Quizvraag
Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF
Slide 25 - Quizvraag
Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF
Slide 26 - Quizvraag
Evaluatie
In deze les hebben we gekeken naar de verschillende ondernemingsvormen
Huiswerk = maken in de digitale omgeving 7.7 vragen 5 t/m 11