mini les kwaliteitszorg

mini les kwaliteitszorg
mini les 
kwaliteitzorg
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
KwaliteitszorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

mini les kwaliteitszorg
mini les 
kwaliteitzorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie controleert de regels voor een goede kwaliteit voor een school?
A
inspectie van de kwaliteit in het onderwijs
B
inspectie van het onderwijs
C
directie
D
directie + ouderraad + leerlingen raad

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kwaliteit in het onderwijs
Voor goed onderwijs is voortdurend werken aan kwaliteit noodzakelijk. Daar zijn veel regels over vastgelegd de Inspectie van het Onderwijs toezicht op de naleving van de regels. deze regels gelden het basis onderwijs t/m het hoger onderwijs en voor de na en voorschoolse opvang.  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat moet er in een schoolplan?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

schoolplan
Een schoolplan is een document dat basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs regelmatig moeten opstellen. Het beschrijft hoe de school wil werken aan de onderwijskwaliteit. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt het schoolplan als basis voor gesprekken over kwaliteit en ontwikkeling. In het schoolplan staan praktische uitwerkingen van het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de kwaliteitszorg.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

schoolbeleid: 
  • pedagogisch-didactisch klimaat 
  • schoolklimaat 
  • veiligheid op school 
  • burgerschapsonderwijs 
  • taalachterstanden 

kwaliteitszorg: 
  • PDCA-cyclus
  • doelen 
  • verbeteringen 
  • meten 
  • evalueren 
  • vormgeven en bewaken van de leerlijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

personeelsbeleid:
  • deskundigheid van teamleden
  • leerlingen- en studenten participatie
  • evenredige vertegenwoordig van vrouwen in de schoolleiding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

scholenopdekaart.nl
Scholenopdekaart.nl is een website die ouders helpt scholen te vergelijken. Je kunt er eenvoudig scholen in de buurt vinden op basis van postcode. De website biedt informatie over basisscholen en middelbare scholen, inclusief gegevens over leerlingenaantallen, teamstructuur, leerresultaten en tevredenheidsscores.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

2 basisscholen opzoeken 

vraag:
De ouders van een kind hebben relatieproblemen. Een van de ouders wil daar met jou over praten en vraagt advies en steun. Je geeft aan dat jij naar de ouder kunt luisteren, maar dan alleen in relatie tot het kind. Je bent niet opgeleid om relatiehulp te bieden en een dergelijke ondersteuning van ouders ligt buiten de doelen van de organisatie. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor advies zou je de ouders wel kunnen even?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

werken binnen de grenzen van het beroep
Als onderwijsassistent wordt er verwacht dat je bepaalde functies kan uitvoeren. deze functies zitten dan in een takenpakket.

het is aan jou om op te letten of je geen verantwoordelijkheden en werkzaamheden op je neemt die niet in je functieomschrijving staan. 
je volgt een bepaalde beroepscode.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een beroepscode?
A
leidraad waarin staat welke waarden en gedragsregels belangrijk zijn
B
een geheime code die professionals gebruiken om te communiceren.
C
een soort barcode die op een werkplek gebruikt wordt
D
een reeks regels voor professioneel gedrag in het circus

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat vind jij het belangrijkste in de beroepscode/wet van werken met kinderen
Je verzorgt en begeleidt het kind met respect, zonder onderscheid te maken.
Je houdt vertrouwelijke informatie geheim
Je kent de grenzen van je beroep.
e werkt voortdurend aan je eigen deskundigheid en de waardering voor het beroep.
je toont betrokkenheid met behoud van afstand.
e neemt verantwoordelijkheid voor je eigen beroepsmatig handelen
Je hebt een professionele houding.
Je hebt een professionele relatie met het kind en diens ouders/verzorgers.
Je stemt de begeleiding zoveel mogelijk af op de wensen en behoeften van het kind.
Je bent je bewust van je machtspositie en stelt in je handelen het kind centraal.

Slide 14 - Poll

regels die je moet volgen als je met kinderen werkt

beroepscode van scholen en kinderopvang 
Beroepshouding
 Beroepshouding zijn de eigenschappen en het gedrag waarover iemand in zijn beroep dient te beschikken om dat beroep goed uit te oefenen. 
Een goede beroepshouding bevat verschillende aspecten, zoals betrokkenheid, empathie, assertiviteit, representativiteit en integriteit. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verschillende aspecten bij een goede beroepshouding?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Betrokkenheid 
Als  pedagogisch werker doe je je werk vanuit betrokkenheid. Je voelt je betrokken bij jonge mensen en wilt iets voor ze betekenen. Als pedagogisch werker wil je je steentje bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Hierbij zijn verschillende eigenschappen belangrijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrokkenheid
- Empathie
Als pedagogisch werker probeer je je zo goed mogelijk in te leven in de situatie van kinderen en jongeren. Ook probeer je kwaliteiten en talenten van jongeren te zien en waarderen. Je weet dat iedereen anders is.
- Assertiviteit
Als pedagogisch werker bewaak je je eigen grenzen en kom je op voor je eigen belangen. Je hebt respect voor andere, maar verwacht ook respect terug.
- Integriteit 
Integriteit staat voor eerlijkheid en betrouwbaarheid. Integriteit betekent voor jou als pedagogisch werker dat je je in alle werksituaties aan de beroepscode houdt. Je houdt je ook aan wat in het algemeen als 'goed gedrag' wordt gezien. Je streeft erna afspraken na te komen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrokkenheid
Klik de eigenschap aan die je het meest belangrijk vindt als pedagogisch werker.
Empathie
Assertiviteit
Integriteit

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Werken volgens de regels van de wet
Je hebt als pedagogisch werker te maken met regelgeving van de landelijke en gemeentelijke overheid. Zo moet je als pedagogisch werker van onbesproken gedrag zijn. Een VOG is verplicht. Dit om te voorkomen dat er personeel voor de klas of in de kinderopvang komt te staan tegen wie eerder klachten bestonden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wettelijk verplicht te hebben als je werkt als pedagogisch medewerker?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbowet 
De Arbowet heeft grote invloed op de kwaliteit van werken. De Arbowet bevat regels over veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers. 
Elke werkgever moet een RI&E opstellen. Een RI&E bestaat uit de risico-inventarisatie en -evaluatie binnen een bedrijf.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in de Arbowet?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Calamiteitenplan
Elke organisatie in Nederland is verplicht om een calamiteitenplan (noodplan) te hebben. Bij calamiteiten denk je aan een brand/ongeval met ernstige gewonden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er allemaal in een calamiteitenplan?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat bhv voor?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfshulpverlening
Een bedrijfshulpverlener (bhv'er) is een medewerker die handelend kan optreden bij ongewenste gebeurtenissen in een organisatie. Deze gebeurtenissen kunnen de veiligheid en gezondheid van de aanwezigen bedreigen. Alle organisaties zijn verplicht om bhv'ers te hebben. De bhv'ers hebben een noodplan, deze moeten zij blijven oefenen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandveiligheid
Een belangrijk potentieel gevaar is brand. Een brand vraagt om snelle en goed gecoördineerde acties, vooral om te voorkomen dat er slachtoffers vallen. Je moet zorgen dat iedereen zo snel mogelijk buiten is er geen gewonden vallen, ook moet je letten op de brand en ook uitkijken met de giftige stoffen.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandveiligheid
De organisatie moet allereerst maatregelen treffen voor brandveiligheid er moeten voldoende blusmiddelen aanwezig zijn. Deze worden regelmatig gecontroleerd door de brandweer. Ook het waarborgen van veilige en herkenbare vluchtroutes en medewerkers informeren over het voorkomen van brandgevaar zijn belangrijke maatregelen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wordt gebruikt voor het blussen van kleine brandjes en brandende mensen. 
Wordt niet gebruikt bij het blussen van elektrische branden.
Wordt gebruikt om de brandhaard van zuurstof af te sluiten.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is agressie?
A
Agressie is een uiting van vijandigheid door gewelddadig handelen
B
Agressie wordt gebruikt als meditatie techniek
C
Agressie wordt gebruikt als communicatievorm bij dieren
D
Agressie is een specifieke vorm van muziek

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Agressie
Verbale agressie: schreeuwen, uitschelden, ect
Fysieke agressie: er wordt iets of iemand materieel of fysiek wat aangedaan
Psychische agressie: chanteren, schriftelijk bedreigd enzovoort. dit gaat verder in verbale agressie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?

A
Agressie komt op alle onderwijsvormen voor, maar het vaakst op het vmbo.
B
10% geeft zijn veiligheid een onvoldoende.
C
Ruim 25% van de leraren heeft met agressie te maken.
D
10% van de docenten heeft dit jaar gemerkt dat een leerling met een wapen naar school kwam.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om agressie te verminderen?

Goed communiceren over het beleid.
· Duidelijk zijn dat agressie niet wordt getolereerd.
· Daadkrachtig optreden bij agressie.
· Het aanstellen van een vertrouwenspersoon.
· Het instellen van een klachtencommissie.
· Het bijhouden van meldingen en klachten over agressie.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelsbruggetje "stop''

Stoom afblazen
Tot de orde roepen (zeggen dat je zo niet met de client kan praten),
Opnieuw beginnen ( het gesprek opnieuw beginnen wanneer client rustiger is),
Passen bij herhaling (als de agressie niet afneemt iemand anders erbij halen en evt. politie als het niet anders kan).

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werken binnen de grenzen
als onderwijsassistent wordt er verwacht dat je bepaalde functies kan uitvoeren. deze functies zitten dan in een takenpakket. 
het is aan jou om op te letten of je geen verantwoordelijkheden en werkzaamheden op je neemt die niet in je functie omschrijving staan. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werken volgens de beroepscode
In de uitoefening van je beroep ben je niet helemaal vrij in het uitdragen van je eigen visie, waarden en normen. Als professional moet je immers de beroepshouding aannemen die past bij het beroep. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies