composities A

Leren over composities
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Leren over composities

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een compositie?

Compositie is de manier waarop de onderdelen van een kunstwerk geordend worden. 
Iedere compositie heeft een ander effect op het kunstwerk.



Johannes Vermeer, Meisje met de 
parel ± 1665-1667, olieverf op doek

Slide 2 - Tekstslide

Symmetrische compositie
Een symmetrische compositie wordt gekenmerkt doordat het werk is te verdelen in 2 helften die min of meer elkaars spiegelbeeld zijn. Dat kan heel precies, maar dat hoeft niet. De spiegeling kan horizontaal, verticaal of diagonaal zijn. 
Symmetrie heeft een statisch (rustig, stilstaand) effect.

Slide 3 - Tekstslide

Asymmetrische compositie
Is er geen symmetrie aanwezig dan noemen we de compositie asymmetrisch. Het heeft een dynamisch (druk, beweeglijk) effect.

Slide 4 - Tekstslide

Centrale compositie
Als je aandacht naar het midden van het beeldvlak wordt getrokken, spreken we van een centrale compositie. 
Een centrale compositie heeft een statisch effect.

Slide 5 - Tekstslide

Driehoeks compositie
In de compositie is de vorm van een driehoek te herkennen. De belangrijkste onderdelen in de voorstelling zijn binnen deze driehoek geplaatst. Een driehoekscompositie kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Statisch

Slide 6 - Tekstslide

Over-all compositie
Alle onderdelen van de compositie zijn hetzelfde, doen patroonachtig aan en staan verspreid over het beeldvlak. 
Ze lijken buiten het schilderij tot in het oneindige door te kunnen gaan.
Het kan een statisch of dynamisch effect hebben, afhankelijk van de voorstelling.

Slide 7 - Tekstslide

Horizontale compositie
De onderdelen van een compositie zijn vooral horizontaal gerangschikt, Een horizontale compositie heeft een statisch effect. 


Slide 8 - Tekstslide

Verticale compositie
De belangrijkste onderdelen zijn in een verticale lijn geordend, van boven naar beneden. Ook dit heeft een statisch effect. 



Slide 9 - Tekstslide

Diagonale compositie
In een diagonale compositie zijn de onderdelen diagonaal geordend of er zit een diagonale richting in. 
Dit heeft een dynamisch effect.


Slide 10 - Tekstslide

Wat trekt de aandacht in een centrale compositie?
A
Het midden van het beeldvlak
B
De randen van het beeldvlak
C
Het bovenste deel van het beeldvlak
D
Het onderste deel van het beeldvlak

Slide 11 - Quizvraag

Welk effect heeft een centrale compositie?
A
Een beweeglijk effect
B
Een statisch effect
C
Een dynamisch effect
D
Een rustig effect

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt een compositie genoemd zonder symmetrie?
A
Centrale compositie
B
Symmetrische compositie
C
Dynamische compositie
D
Asymmetrische compositie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het effect van zowel een horizontale als een verticale compositie?
A
Een statisch effect
B
Een dynamisch effect
C
Een verticaal effect
D
Een diagonaal effect

Slide 14 - Quizvraag

Hoe wordt een driehoekscompositie beschreven?
A
Belangrijkste onderdelen buiten de driehoek geplaatst
B
Belangrijkste onderdelen binnen de driehoek geplaatst
C
Alle onderdelen in dezelfde vorm geplaatst
D
Belangrijkste onderdelen willekeurig geplaatst

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor effect heeft een diagonale compositie?
A
Dynamisch effect
B
Saai effect
C
Plat effect
D
Statisch effect

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het kenmerk van een symmetrische compositie?
A
Het heeft een dynamisch effect
B
Het werk is te verdelen in 2 helften die min of meer elkaars spiegelbeeld zijn.
C
De spiegeling kan horizontaal, verticaal of diagonaal zijn
D
Het trekt de aandacht naar het midden van het beeldvlak

Slide 17 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor een over-all compositie?
A
Alle onderdelen zijn hetzelfde en lijken oneindig door te kunnen gaan
B
Alle onderdelen zijn verschillend en beperkt tot het schilderij
C
Slechts enkele onderdelen lijken oneindig door te kunnen gaan
D
Alle onderdelen zijn hetzelfde maar zijn begrensd

Slide 18 - Quizvraag