Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord (vd) in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is.
Gaya heeft geld gespaard voor de vakantie.
Mijn ouders zijn naar Frankrijk gefietst.
Tijn en Mitchell hebben zelf pizza’s gebakken.
In deze zinnen zijn gespaard, gefietst en gebakken een voltooid deelwoord.