W37. Blok 2 Over Taal
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een synoniem is...
A
het zelfde woord, andere betekenis.
B
een ander woord, zelfde betekenis.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het synoniem van 'vlug'?
A
snel
B
meteen
C
direct
D
smerig
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
Er wordt precies bedoeld wat er staat.
B
Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn broer is een beer van een kerel.
B
In het bos is een beer gespot.
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Er kwam geen kip in de winkel.
B
De winkel verkocht geen kip meer.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Met figuurlijk taalgebruik bedoel je precies wat er staat.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ik begrijp wat figuurlijk taalgebruik is
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
