Les 25

Wat gaan we doen......


Terugblik
Nakijken les 18
Lesdoel
Uitleg les 25
Zelf aan de slag!
Afsluiting
Pluspunten en Kluspunten




1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen......


Terugblik
Nakijken les 18
Lesdoel
Uitleg les 25
Zelf aan de slag!
Afsluiting
Pluspunten en Kluspunten




Slide 1 - Tekstslide

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een werkwoord? Een werkwoord geeft aan:
A
mens, dier of ding
B
handeling, gebeurtenis of toestand
C
wanneer, hoe of waar iets gebeurt
D
dat iemand iets maakt

Slide 3 - Quizvraag

Is 'drinken' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Is 'kochten' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 5 - Quizvraag



Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
kopen
B
lachen
C
onder

Slide 6 - Quizvraag

Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
rappen
B
smiley
C
verhuizen
D
zwemmen

Slide 7 - Quizvraag



Is 'jarig' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord hoort hierbij:
'Onder de leeftijd waarop je volgens de wet volwassen bent'
A
De contactpersoon
B
Een minderjarige
C
De rechtspraak reporter
D
Een advocaat

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'de neerslag?'
A
Iets wat niet openbaar is
B
Iemand die je kunt aanspreken
C
Regen, hagel en sneeuw
D
Manier waarop bloed door je lichaam stroomt

Slide 10 - Quizvraag

Nakijken les 18 
- opdracht 1 t/m 10 op blz. 40 en 41

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Doel
Je leert vandaag hoe je vaktaal herkent en gebruikt op school of in een stage. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan welk schoolvak denk je als de volgende woorden leest:

Wervelkolom, middenrif, ademhaling, bloedsomloop.

Slide 14 - Open vraag

Aan welk schoolvak denk je als je volgende woorden leest:

Woordenschat, begrijpend lezen, inleiding, werkwoordsvormen.

Slide 15 - Open vraag

Belangrijk om te gebruiken op een toets/SO!

Slide 16 - Tekstslide

Welk beroep hoort hier bij?

Slide 17 - Tekstslide

Bij welk beroep horen de volgende woorden:

Culinaire gerechten, grillen, bakken, fileren van vis.

Slide 18 - Open vraag

Welk beroep hoort hier bij?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Werk aan les 25, opdracht 1 t/m 12
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Lezen in je leesboek
Tijd?
30 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Kies een schoolvak en bedenk welke vaktaal je daarbij hebt geleerd. 

Slide 22 - Tekstslide

Welk antwoord levert de meeste punten op bij een toets?

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord
11. B, omdat dit antwoord het meest volledig is en omdat er vaktaal wordt gebruikt.  [T2]

Slide 24 - Tekstslide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 25 - Tekstslide

Programma deze week


- woensdag: oefenen voor het SO grammatica/ spelling
- donderdag: SO grammatica/spelling les 5, 6, 13 en 14

Slide 26 - Tekstslide