1 EVO soorten

1 EVO soorten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1 EVO soorten

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe soorten

Slide 2 - Tekstslide

Evolutie

Evolutie is het geleidelijk veranderen van generatie op generatie via overerving met variatie en natuurlijke selectie.

Slide 3 - Tekstslide

Ordening

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Ordenen van soorten

Slide 6 - Tekstslide

Hét kenmerk

Slide 7 - Tekstslide

Van domein naar soort

Slide 8 - Tekstslide

Volgorde
Domein
Rijk
Stam
Klasse
Orde
Familie
Geslacht
Soort
Dr SK of GS

Slide 9 - Tekstslide

Zoek de ordening van een wolf op.
Noteer: Dr SK of GS

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel soorten zie je hier?

Slide 11 - Tekstslide

Soorten
Je bent dezelfde soort als je samen vruchtbare nakomelingen kunt krijgen.
Een chimpansee en een bonobo kunnen geen baby-aapjes maken, dus zijn verschillende soorten.

Slide 12 - Tekstslide

dezelfde soort?

Slide 13 - Tekstslide

muilezel (moeder ezel/ vader paard)
Alleen vrouwelijke nakomelingen vruchtbaar
muildier (ouders andersom)
Alleen vrouwelijke nakomelingen vruchtbaar

Slide 14 - Tekstslide

Dezelfde soort?

Slide 15 - Tekstslide

Rassen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Maak nu het huiswerk in de lessonup in de klas-link

Slide 18 - Tekstslide

Door een goede ordening kun je iets makkelijker vinden.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De kleinste groep bij ordening is:
A
Geslacht
B
Ras
C
Soort
D
Domein

Slide 20 - Quizvraag

Een pantoffeldiertje en de mens zitten samen hetzelfde rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een salmonellabacterie en een vliegenzwam zitten in hetzelfde domein.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Een hond en een kat zitten samen hetzelfde geslacht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welke cel is een schimmel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Welke cel kan van een mens zijn?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 25 - Quizvraag

Welke cel is niet van een eukaryoot?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer behoren organismen tot 1 soort?
A
als ze samen nakomelingen kunnen krijgen
B
als ze meer dan 1 nakomeling kunnen krijgen
C
als ze samen voort kunnen planten
D
als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 27 - Quizvraag

Een panter (Panthera pardus) en een tijger (Panthera tigris) behoren beide tot het geslacht Panthera.
Kunnen zij vruchtbare nakomeling krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Een onderzoeker bekijkt een ééncellig organisme onder de microscoop.
Hij herkent een celwand, maar vindt geen celkern. Dit is een:
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Plant
D
Dier

Slide 29 - Quizvraag

De menselijke soort bestaat uit verschillende rassen. Zullen de verschillen tussen deze rassen de komende eeuwen gaan groeien of krimpen?
Waarom denk je dat?

Slide 30 - Open vraag