Praktijkvoering PRV 1.3.1

Praktijkvoering 
DA Leerjaar 1
Periode 3
Week 4

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Praktijkvoering 
DA Leerjaar 1
Periode 3
Week 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet de regels tijdens de online les
  • Je weet hoe  de (huisartsen)zorg bekostigd wordt
  • Je weet wat de geldstromen zijn en hoe deze geldstromen verlopen binnen de zorgverzerkeringswet
  • Je weet het huiswerk voor de volgende les
  • Je weet wat je moet doen voor de afsluitende opdracht voor deze periode

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma week 1 (4)
  • Lesdoelen doornemen
  • Nog even een paar regels
  • Periode 2 herhalen
  • Bekostiging (Huisartsen)zorg
  •  Geldstroming in de zorgverzekeringswet
  • Opdracht week 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog even een paar regels
  • Je camera staat aan --> zo niet, meld ik je als absent
  • Je doet actief mee tijdens de les ook al is het vrijdagmiddag...
  •  Wanneer je iets wilt vragen/zeggen, steek je je "digitale" hand op
  • De link van de LessonUp en de opdracht staan op Cumlaude

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
Waar hebben we het allemaal over gehad?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen periode 2

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Maar helaas... dit alles is NIET gratis!
  • Zorg kost heel veel geld 
  • Nederland is een vooraanstaand land wat zorg betreft 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kostenposten ken je?
En wie betaalt wat?

Slide 9 - Woordweb

-Huisartsenzorg
-Zorgverzekering
-Ziekenhuis
-Fysiotherapie
-Alternatieve geneeskunde
-Medicijnen
-Verzorgingshuis/verpleeghuis
-Psychiatrie
-Tandarts
Wie betaalt wat?
-etc. 
Cure en Care
1. De Zorgverzekeringswet --> ZVW 
2. De Wet Langdurige zorg --> WLZ
3. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning --> WMO
4. Jeugdwet

Slide 10 - Tekstslide

1. De zorgverzekeringswet (ZVW): Hier wordt premie voor betaald door de "klant".  Zorgverzekeraars concurreren met elkaar. De één is voordeliger dan de ander, de ander heeft een betere service. Bij de één haal je je medicatie in het dorp, bij de ander moet je naar een andere stad. Je kunt je collectief verzekeren via je werkgever. Dat is vaak goedkoper. Om er voor te zorgen dat ook mensen met een laag inkomen de zorgpremie kunnen betalen, ontvangen zij zorgtoeslag via de Belastingdienst.
2. De Wet Langdurige zorg --> WLZ: hier betaalt iedereen aan mee door een premie aan de volksverzekering. Ook dit is afhankelijk van inkomen. Hoe meer je verdient, hoe meer je betaalt. (zoveel % van je inkomen)  
3. WMO: De WMO is in 2007 ingegaan. Het uitgangspunt van deze wet is dat iedereen in de maatschappij mee moet kunnen doen: jong, oud, met of zonder beperkingen. WMO regelt voorzieningen, hulp en ondersteuning. Denk hierbij aan huishoudelijke hulp, dagopvang, scootmobiel, opvoedingsondersteuning. De wet regelt dus voorwaarden, voorzieningen en hulp om participatie in de maatschappij mogelijk te maken. Dit wordt geregeld door de gemeente waar je woont. zij hebben een zorgplicht. De gemeente bepaalt dan ook wie zorg nodig heeft en welke zorg er nodig is. Partijen worden (met behulp van andere zorgverleners) bij elkaar gebracht. Denk ook nog aan bemoeizorg en de gemeentwerkers. Dit wordt betaald vanuit de overheid. De gemeente krijgt een bedrag en moeten de WMO uitvoeren. Denk hierbij aan de sociale samenhang van de gemeenschap, preventie jeugdproblemen, informatie, advies en ondersteuning, mantelzorgers/vrijwilligers ondersteunen, bevorderen deelname aan de maatschappij (denk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt), ambulante verslavingszorg bieden, openbare geestelijke gezondheidszorg bieden.
Jeugdwet:  Per 2015 is de jeugdzorg overgeheveld naar de gemeenten. Daarvoor lag de verantwoordelijkheid meer bij de rijksoverheid en de provincie. Nu wordt er meer gekeken naar wat men kan doen vanuit eigen kracht voor dat er over gegaan wordt naar een medisch label (medicalisering). Dit was inefficient en duur. Niet de recht op zorg staat centraal maar de jeugd hulpplicht. Het bevat hulp en zorg bij oprgroei-, opvoedings- en psychische problemen en stoornissen. 
Financiering van het zorgstelsel
  • Verschil tussen vroeger en nu:
  • Vroeger moest iedereen alles zelf betalen + armenzorg
  • Nu: medische behandelingen, duurdere zorg voor iedereen 
  • Een stelsel met Cure (gericht op herstel)  en Care (langdurige zorg) 

Slide 11 - Tekstslide

Vroeger was de medische zorg alleen voor de rijke mensen. Zij konden de dokter en het ziekenhuis betalen.
Voor de armen was er ook zorg, dat wil zeggen zorg voor de mensen die in armoede leefden. De bekostiging hiervan gebeurde op basis van liefdadigheid. Denk hierbij aan kerken, de adel, particuliere instellingen. zij waren hier verantwoordelijk voor.
De medische behandelingen en de medische zorg is nu voor iedereen toegankelijk. Daarom is er een stelsel bedacht dat voor iedereen de zorg toegankelijk is. In dit stelsel is onderscheid gemaakt in kosten voor Curatieve zorg (cure) wat gericht is op herstel en kosten voor Langdurige zorg (care). 
Huiswerk vrijdag 29 januari
  • Lezen: Inleiding in de gezondheidszorg Hoofdstuk 17 t/m 17.3.2 (Cumlaude) 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet de regels tijdens de online les
  • Je weet hoe  de (huisartsen)zorg bekostigd wordt
  • Je weet wat de geldstromen zijn en hoe deze geldstromen verlopen binnen de zorgverzerkeringswet
  • Je weet het huiswerk voor de volgende les
  • Je weet wat je moet doen voor de afsluitende opdracht voor deze periode

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les vrijdag 29 januari
  • Wat hebben we maandag besproken?
  • Verder met de lesdoelen
  • Huiswerk
  • Opdracht 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverzekering
  • Ieder jaar kunnen burgers een zorgverzekering afsluiten/oversluiten in december, vaak met uitloop tot 1 februari.
  • Het is verplicht in Nederland om verzekerd te zijn voor zorg
  • ZVW --> curatieve zorg
  • Basisverzekering + aanvullende verzekering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Maak 2-tallen en zoek uit hoe het zit
Zoek naar de inhoud van de basisverzekering: 
1. Zijn er verschillen tussen ouders en kinderen?
2. Hoe hoog is het eigen risico?
3. Natura polis/restitutiepolis/budgetpolis? Wat zijn de verschillen?
4. Welke verzekering past bij jou? 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

De zorgverzekeraar kan de zorg in natura leveren, dan krijg je geen rekening. de verzekering levert jou de zorg. Je hebt dan soms wel beperkte keuze in zorginstellingen of zorgprofessionals. Je krijgt dus alleen zorg van professionals die een contract hebben met de zorgverzekeraar. 
Een variant op de naturapolis is de budgetpolis. De kosten van niet gecontracteerde zorg worden niet vergoed. Zorgverzekeraars zijn verplicht hun klanten hiervan goed op de hoogte te brengen.
Restitutiepolis houdt in dat je een vrije keuze wilt hebben voor planbare zorg in de 2e lijn en voor GGZ zorg. Je kunt kiezen naar welke zorgverlener je wilt. je betaalt eerst zelf de rekening. stuurt hem naar de zorgverzekering en die betaalt hem aan jou terug. 
Opdracht 2: Zoek uit hoe het zit
Aanvullende verzekering:
1. Aanvullend verzekerd? Wanneer wel en wanneer niet?
2. Tandartsverzekering? Basis of aanvullend? Leg uit.
3. Zoek 2 verzekeringen en vergelijk de aanvullende verzekeringen. Wat valt op?
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basispakket
  • Je mag zelf weten waar en hoeveel je verzekert, maar wel verplichte keuze
  • Verzekeraars hebben een acceptatieplicht voor het basispakket
  • De overheid bepaalt wat hier onder valt 

Slide 18 - Tekstslide

De overheid bepaalt elk jaar wat er in het basispakket zit. Olnder andere de kosten van de huisarts, specialist, ZH-opname, medicatie, paramedische zorg (beperkt).
De inhoud wisselt dus nog al eens. Bijvoorbeeld in 2006 nog 12 behandelingen fysio, in 2012 pas vergoeding na 20 behandelingen. Dieetadvisering wordt alleen vergoed i.c.m. ketenzorg of uit de aanvullende verzekering. Psycholoog: 2006 8 behandelingen vergoed, in 2012 maximaal 6. Nu is er geen maximum maar gaat het van het eigen risico. 
Aanvullend pakket
  • Vrijwillig
  • Extra dingen zoals fysiotherapie, orthodontist, tandarts
  • Verzekeraar mag weigeren
  • Verzekeraar mag hogere premie vragen bij hoog risico 

Slide 19 - Tekstslide

De zorgverzekeringen bieden allemaal een aanvullend pakket aan, vaak zelfs verschillende. De verzekeraar bepaalt de inhoud en de prijs. Denk hierbij aan bijv. fysiotherapie, orthodontist, kraamzorg. De zorgverzekeraar mag je hiervoor weigeren of een hogere premie vragen wanneer je een hoog risico hebt voor een pakket. 
Nog even samengevat: 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Werk voor maandag de opdracht uit die op Cumlaude staat voor week 1: Hoe lopen de geldstromen in de Zorgverzekeringswet? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk maandag 1 februari
  • Opdracht 1 inleveren op Cumlaude (niet ingeleverd = afwezig)
  • Lezen:  Inleiding in de gezondheidszorg Hoofdstuk 17.4 en 17.5 (Cumlaude)
  • Lezen: Inleiding in de gezondheidszorg Hoofdstuk 18.1, 18.2 en 18.3

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies