Samenvatting thema 3 (ordening) 1vwo
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Bij de indeling van organismen worden de eukaryoten in 5 rijken verdeeld. Hoe heten deze rijken?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Celkern, eencellig
Celwand, eencellig
Celkern, meercellig
celkern, celwand, een/meercellig
Archea,
bacteriën
Protozoa
Planten
Dieren
Schimmels
Chromista
Celwand, celkern,
een/meercellig, bladgroenkorrel (plastiden)
Celkern, soms celwand/bladgroenkorrels, een/meercellig
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Rijk
Orde
Domein
Geslacht
Stam
Klasse
Familie
Soort
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer horen dieren tot dezelfde soort
A
Als de dieren heel erg op elkaar lijken
B
Als de dieren tot dezelfde orde behoren
C
Als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
D
Als de dieren tot dezelfde rijk behoren
Slide 11 - Quizvraag
Beschrijf de begrippen selectie en evolutie in eigen woorden
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een belangrijk kenmerk van zaadplanten?
A
Ze hebben wortels
B
Ze hebben stengels
C
Ze hebben bladeren
D
Ze hebben bloemen
Slide 16 - Quizvraag
Vaatplanten en sporenplanten zijn beide vaatplanten. Wat betekent dit?
A
de planten hebben geen wortels
B
de planten hebben geen bladeren
C
de planten hebben wortels, stengels en bladeren
D
de planten hebben altijd bloemen
Slide 17 - Quizvraag
Wieren zijn planten die op het water leven en geen bladeren, stengels of bloemen hebben.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Gisten zijn meercellige schimmels en worden vooral gebruikt bij het maken van brood.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het nut en wat is de schade van schimmels. Benoem van beide onderdelen minimaal één voorbeeld.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Bacteriën planten zich voort door middel van
A
Knopen
B
Knoppen
C
Celdeling
D
Sporen
Slide 23 - Quizvraag
Nut en schade van
bacteriën
bacteriën
Slide 24 - Woordweb
Slide 25 - Tekstslide
Gewervelden hebben een inwendig of uitwendig skelet
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Welke vijf groepen gewervelden zijn er?
