In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Men vergelijkt de naalden aan één spar. De naalden zijn niet allemaal even lang. Is bij een korte naald het fenotype anders dan bij een lange naald? En het genotype?
A
Alleen fenotype
B
Alleen genotype
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 12 - Quizvraag
Welke van de vier beweringen over geslachtschromosomen is juist?
A
geslachtschromosomen komen voor in alle cellen
B
Geslachtschromosomen komen alleen voor in voortplantingscellen
C
Alle chromosomen in een voortplantingscel zijn geslachtschromosomen
D
Alle chromosomen in alle cellen van de voortplantingsorganen zijn geslachtschromosomen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
https:
Slide 20 - Link
https:
Slide 21 - Link
A
aa
B
Aa
C
AA
Slide 22 - Quizvraag
Een vrouw met bruine ogen krijgt een kind met blauwe ogen. Het allel B voor bruine ogen is dominant over het allel b voor blauwe ogen. Welk(e) genotype(n) kan de vader gehad hebben?
A
BB
B
Bb
C
Bb of BB
D
Bb of bb
Slide 23 - Quizvraag
Lees de onderstaande tekst. Welke conclusie is op grond van deze resultaten te trekken over de overerving van het allel voor zwarte en het allel voor witte vachtkleur? Er zijn 5 schapen paren gekruist. Paar A: De witte ooi en de witte ram kregen samen twee witte nakomelingen Paar B: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen twee witte nakomelingen Paar C: De witte ooi en de witte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling. Paar D: De witte ooi en de zwarte ram kregen samen een witte nakomeling en een zwarte nakomeling. Paar E: De zwarte ooi en de zwarte ram kregen samen twee zwarte nakomelingen
A
Het allel voor zwarte vachtkleur is dominant
B
Het allel voor witte vachtkleur is dominant
C
Je kunt niet zeggen welke eigenschap dominant is
D
Zowel wit als zwarte vachtkleur is dominant
Slide 24 - Quizvraag
Bij katten is het gen voor een gevlekte vacht (R) dominant over dat voor een ongevlekte vacht (r). Een vrouwtje met gevlekte vacht krijgt nakomelingen van een mannetje met gevlekte vacht. Onder de jongen zijn dieren met een gevlekte vacht en dieren met een ongevlekte vacht. Wat zijn de genotypen van de ouderdieren?
A
Rr x rr
B
rr x rr
C
Rr x RR
D
Rr x Rr
Slide 25 - Quizvraag
Krijgt een jongen het X-chromosoom van zijn vader of moeder? En van wie heeft hij het Y-chromosoom gekregen?
A
Het X-chromosoom kan alleen van zijn moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
B
Het X-chromosoom kan alleen van zijn vader komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder.
C
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn vader.
D
Het X-chromosoom kan zowel van zijn vader als moeder komen; het Y-chromosoom alleen van zijn moeder
Slide 26 - Quizvraag
Extra uitleg nodig?
Bekijk het filmpje...
Slide 27 - Tekstslide
https:
Slide 28 - Link
Oefen de volgende oefenvragen
Maak een screenshot wanneer je een vraag niet begrijpt!
Slide 29 - Tekstslide
https:
Slide 30 - Link
Hoeveel procent score had je?
Slide 31 - Open vraag
Plaats hier de screenshots van de vragen die je niet begreep...