5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt?

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling 5.2 (filmpje)
  • Leerdoelen 5.3
  • Instructie 5.3
  • Aan de slag met 5.3
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 
Pak opdracht 12 erbij blz. 137

We gaan aan de hand van deze opdracht herhalen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5
Is er werk voor jou? 

5.1 Wat levert werk op?
5.2 Wat voor ondernemingen zijn er?
5.3 Doe jij mee op de arbeidsmarkt? 
5.4 Als je zonder werk zit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les weet je 
  • wat de arbeidsmarkt is. 
  • wat werkgelegenheid is. 
  • wie er tot de beroepsbevolking behoren. 
  • wat de algemene wet gelijke behandeling inhoudt. 
  • wat arbeidsparticipatie is

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personeelsadvertentie

  • 'Personeel                                                                                                                                  biedt zich aan' 
  • 'Personeel gevraagd'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt
  • Het geheel van vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid
  • Abstracte markt


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn dan die aanbieders?
  • De vraag naar arbeid is het totaal aantal banen:                             de al bezette banen plus de nog niet bezette banen (de vacatures).


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgelegenheid
  • De vraag naar arbeid bepaalt de werkgelegenheid.
  • De werkgelegenheid bestaat bij uit alle banen bij bedrijven en overheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn dan die vragers?

  • Mensen die graag een baan wil hebben.
  • De werknemers en werkzoekenden bieden werk aan.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen
Beroepsbevolking (aanbod van arbeid)

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!




Werkzame  beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen gelijke kansen
  • Ouderen en mensen met een migratieachtergrond vinden moeilijker werk.
  • Vrouwen verdienen minder dan mannen met dezelfde functie.
  • De Algemene wet gelijke behandeling moet dit voorkomen.
  • Deze wet verbiedt onderscheid op basis van:
  • geslacht
  • religie
  • leeftijd
  • afkomst


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten banen
Tijdelijke baan(voltijd of deeltijd):
  • voor een bepaalde tijd
  • tot afgesproken einddatum
Vaste baan(voltijd of deeltijd):
  • voor on-bepaalde tijd
  • er is geen einddatum
Flexibele baan:
  • je werkt wanneer je nodig bent
  • oproepkracht uitzendburo

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsparticipatie     
  • Ook wel arbeidsdeelname =>
  • het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort

Slide 16 - Tekstslide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken

Gebruik de resterende tijd voor met het maken van de opdrachten van 5.3

Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?
  • wat de arbeidsmarkt is. 
  • wat werkgelegenheid is. 
  • wie er tot de beroepsbevolking behoren. 
  • wat de algemene wet gelijke behandeling inhoudt. 
  • wat arbeidsparticipatie is

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En tot de volgende les!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een eenmanszaak hebt dan mag je wel personeel in dienst hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Vacatures
Beroepsbevolking
Werkgelegenheid
Werklozen

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwart werk
Grijs werk
Wit werk

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemene Wet Gelijke behandeling staat voor onder anderen:
A
geen onderscheid op basis van afkomst
B
Wet voor beschermen van de bevolking
C
Wet beschermen van de werklozen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een fulltime baan werk je...
A
Minder dan 36 uur
B
5 dagen in de week
C
7 dagen in de week
D
Tussen de 36 en 40 uur

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 arbeidsmotieven

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VOF (venootschap onder firma)
NV (naamloze venootschap)
BV (Besloten venootschap)
Één eigenaar
Meerdere eigenaren
aandeelhouder naamloos
aandeelhouder op naam
ook privé
niet privé

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beroepsbevolking?
A
Iedereen die werkt of werkloos is
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
D
Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je alleen de eigenaar wilt zijn uit welke twee ondernemingsvormen kun je dan kiezen?
A
de bv en de nv
B
de eenmanszaak en de vof
C
de nv en de vof
D
de eenmanszaak en de bv

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies