toets hoofdstuk 2

Waar staat de hoofdgedachte
meestal ?
timer
0:30
A
inleiding
B
inleiding of in het slot
C
kern
D
slot
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waar staat de hoofdgedachte
meestal ?
timer
0:30
A
inleiding
B
inleiding of in het slot
C
kern
D
slot

Slide 1 - Quizvraag

Hoe wordt een verhaal meestal opgedeeld?
A
Kern, inleiding, slot
B
Inleiding, kern, slot
C
Slot, inleiding, kern
D
Kern, slot, inleiding

Slide 2 - Quizvraag

Op welke plaats in een tekst hoort een mening?
A
slot
B
inleiding of kern
C
inleiding
D
kern

Slide 3 - Quizvraag

Op welke plaats in een tekst hoort een conclusie?
A
slot
B
inleiding
C
kern
D
kern of slot

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat meestal informatie over het onderwerp van de tekst?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot

Slide 5 - Quizvraag

Van welk tekstdeel is dit een kenmerk:

Bestaat uit meer alinea's.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 6 - Quizvraag

Welk onderdeel mist vaak bij een nieuwsbericht in de krant?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je het eerste deel van een tekst
A
kern
B
middenstuk
C
slot
D
Inleiding

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel functies heeft een inleiding?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 9 - Quizvraag

Een inleiding kan verschillende functies hebben. Welke functie heeft de inleiding niet?
A
het onderwerp introduceren
B
aandacht trekken
C
een korte samenvatting geven
D
een advies geven

Slide 10 - Quizvraag

Hieronder staan functies die een inleiding kan hebben. Welke functie heeft de inleiding altijd?
A
samenvatting geven
B
aanleiding noemen
C
aandacht trekken
D
vooruitblikken

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel functies heeft een slot
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn functies die een slot kan hebben?
A
een advies geven
B
een conclusie geven
C
de aanleiding noemen
D
een samenvatting van de inhoud geven

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort er NIET bij een samenvattend tekstverband?
A
Kortom
B
Al met al
C
Samenvattend
D
Net als

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden van samenvattend tekstverband?
A
kortom
B
in tegenstelling tot
C
dus
D
al met al

Slide 15 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 16 - Quizvraag

Welke kenmerken horen niet bij een informatieve tekst?
A
Deze tekst geeft informatie
B
In deze tekst geeft de schrijver duidelijk zijn of haar mening
C
Een voorbeeld van een informatieve tekst is een songtekst
D
Het belangrijkste doel van deze tekst is dat de schrijver je vaak wil overhalen om iets te gaan doen.

Slide 17 - Quizvraag