H4 Molberekeningen

 Mol berekeningen maken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Mol berekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt chemische berekeningen maken aan de hand van een reactievergelijking met Mol en massa door gebruik te maken van het periodiek systeem.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een mol?
9

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een Mol?
  • Hoeveelheid zoals één dozijn.
  • 1 mol is 6,02214129 x 10²³ deeltjes
  • De constante van Avogadro
  • De atomen hebben een massa met als eenheid u 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weegt een atoom?
Alle massa zit in de kern, elektronen wegen bijna niets.



1 proton heeft een massa van 1 u  (= unit).
1 neutron heeft een massa van 1 u.
aantal protonen + aantal neutronen = massagetal

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de molecuulmassa van:
  • AlCl₃
  • (1 x 26,98 + 3 x 35,45) = 133,33 u = 133,33 gram/Mol
  • C₆H₁₂O₆
  •  (6 x 12,01 + 12 x 1,008 + 6 x 16,00) = 180,16 u = 180,16 gram/Mol                                              

Slide 6 - Tekstslide

Bepaal de Molecuulmassa's
CH3OH
PCl5
Fe2O3
K3Fe(CN)6
Mg(OH)2
(NH4)2S

Slide 7 - Tekstslide

Van Mol naar gram
Hoeveel gram weegt 1 Mol H₂O ?

Bereken de molecuul massa van H₂O
Schrijf alle atoommassa's op van de aanwezige elementen.
H = 1,008u x 2 = 2,016 u en O = 16,00 u
1 mol H₂O weegt dus 2,016 u + 16,00 u = 18,016 u = 18,016 gram/Mol

Slide 8 - Tekstslide

Bepaal het aantal Mol
20 gram BaCO3
75 gram KCl
60 gram NO
20 gram SO3
0,3 kg Na2S

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bepaal het aantal gram
1 mol HgS
3 mol Ag3PO4
2 mol MgSO4
1 mol NH4NO3
2 mol Na2C2O4

Slide 11 - Tekstslide

Molverhoudingen

C₅H₁₂ + 4O₂ → 5CO₂ + 6H₂O

Deze reactievergelijking staat in verhouding met elkaar.

  • 1 mol C₅H₁₂
  • 4 mol O₂
  • 5 mol CO₂
  • 6 mol H₂O
  • De molverhouding is 1 : 4 : 5 : 6

Slide 12 - Tekstslide

  • Reactievergelijking opstellen C₅H₁₂ + O₂ → CO₂ + H₂O 
  • Kloppend maken: C₅H₁₂ + 8O₂ → 5CO₂ + 6H₂O 
  • Mol verhouding bepalen:   C₅H₁₂ : 6H₂O -->    1    :  6
  • Molmassa bepalen uitgangsstof: 1 mol C₅H₁₂ = 72,146 gram/Mol 
  • Aantal Mol aangangsstof aanwezig in de reactie is                             70 gram /  72,146 gram/Mol = 0,97 Mol C₅H₁₂ 
  • Aantal Mol gevraagd is 6 x 0,97 = 5,82 Mol H₂O 
  • Molmassa bepalen van gevraagde stof H₂O = 2 x 1,008 + 1 x 16.00 = 18,015 gram/Mol
  • Dus er is 5,823 Mol x 18,015  gram/Mol  = 104,90 gram H₂O gevormd 

Je verbrandt 70 gr C₅H₁₂ hoeveel gram H₂O krijg je dan?

Slide 13 - Tekstslide

Om zwavelzuur (H₂SO₄) te maken kun je zwaveltrioxide laten reageren met water. Hoeveel gram zwavelzuur ontstaat er als je 300 gr water omzet in zwavelzuur?


  • Reactievergelijking opstellen en kloppend maken
  • SO3 + H2O ----> H2SO4
  • De molverhouding bepalen
  • 1 : 1 : 1
  • Molmassa bepalen van de uitgangsstof H2O
  • Molmassa =  18,01 u = 18,01 gram/Mol
  • Aantal Mol uitgangsstof bepalen
  • 300 gr / 18,01 gram/Mol =  16,66 Mol H2O aanwezig

Slide 14 - Tekstslide

Om zwavelzuur (H₂SO₄) te maken kun je zwaveltrioxide laten reageren met water. Hoeveel gram zwavelzuur ontstaat er als je 300 gr water omzet in zwavelzuur?


  • Aantal Mol reactieproduct H2SO4
  • Molverhouding 1 :1 dus ook 16,66 Mol H₂SO₄
  • Molmassa bepalen van het reactieproduct
  • H2SO4  = 2 x 1,008 + 1 x 32,06 + 4 x 15,999 = 98,072 gram/Mol
  • Aantal gram zwavelzuur wat ontstaat is
  • Dus er is 98,072 gram/Mol x 16,66 Mol = 1634 gram zwavelzuur gevormd


Slide 15 - Tekstslide

 Bij ontleding van aluminiumoxide (Al₂O₃) onstaan aluminium en zuurstof. Hoeveel Aluminium ontstaat als je uitgaat van 
50 g aluminiumoxide?

  • Reactievergelijking opstellen en kloppend maken
  • 2 Al2O3  ----> 4 Al    +   3 O2
  • De molverhouding bepalen
  • 2 : 4 : 3
  • Molmassa bepalen van de uitgangsstof Al2O3
  • Molmassa = 101,957 u = 101,957 gram/Mol
  • Aantal Mol uitgangsstof bepalen
  • 50 gr / 101,957 gram/Mol = 0,49 Mol Al2O3 aanwezig

Molverhouding 1 :1 dus ook 9,30 Mol H₂SO₄

Slide 16 - Tekstslide

Bij ontleding van aluminiumoxide (Al₂O₃) onstaan aluminium en zuurstof. Hoeveel Aluminium ontstaat als je uitgaat van 
50 g aluminiumoxide?

  • Aantal Mol reactieproduct Al
  • Molverhouding 2 : 4 is gelijk aan 1:2  dus 2x 0,49 Mol = 0,98 Mol Al
  • Molmassa bepalen van het reactieproduct
  • Al  = 26,98 gram/Mol
  • Aantal gram aluminium wat ontstaat is
  • Dus er is 26,98 gram/Mol x 0,98 Mol = 26,44 gram Aluminium gevormd


Slide 17 - Tekstslide

Men verbrandt 1,24 gram fosfor (P₄ )tot P₂O₅. Hoeveel gram P₂O₅ ontstaat er?

Slide 18 - Open vraag

Bij de reactie tussen magnesium en zuurstof ontstaat een reactieproduct: magnesiumoxide, MgO(s). Men mengt 142 g magnesium hoeveel gram magnesiumoxide wordt er gevormd?

Slide 19 - Open vraag

We verbranden 30 g methaan (CH₄). Hoeveel g CO₂ ontstaat er?

Slide 20 - Open vraag

Bij de reactie tussen chroom en chloor ontstaat CrCl₃(s). Je hebt 20 gram chroom. Hoeveel g CrCl₃ ontstaat er?

Slide 21 - Open vraag


Je verbrand Cyclohexaan C₆H₁₂.
Je hebt 30 gram Cyclohexaan. Hoeveel g CO₂ ontstaat er?

Slide 22 - Open vraag

Ammoniumchloride NH₄Cl ontleed tot de elementen
Je hebt 15 gram Ammoniumchloride.
Hoeveel g Cl ontstaat er?

Slide 23 - Open vraag

Op de camping verbrand je propaangas C₃H₈ volledig om je eten te koken, er ontstaat koolstofdioxide en water. Je hebt 50 gram propaangas. Hoeveel g H₂O ontstaat er?

Slide 24 - Open vraag

Bij een reactie tussen ammoniak en stikstofmonooxide ontstaat stikstof en water. Je hebt 25 gram ammoniak. Hoeveel g H₂O ontstaat er?

Slide 25 - Open vraag

Om salpeterzuur HNO₃ te maken moet je stikstofdioxide reageren met zuurstof en waterdamp. Je hebt 85 gram stikstofdioxide. Hoeveel gram HNO₃ ontstaat er?

Slide 26 - Open vraag

Huiswerk 

Slide 27 - Tekstslide