Les 2 KC sterk astigmatisme

• Optiek
• MBO
• Studiejaar 3

KC refractie

Stappen KC-refractie // sterk astigmatisme 

                         1. Beginvisus bepalen.

                         2. Sferische correctie // hg + hv.

                         3. Voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans.
                         4. Brandlijncontrole // S +1,00, S +2,00, S +3,00.
                         5. Vlijen.
                         6. 2/3 geschatte cilindersterkte plaatsen.

                         7. Correctie cilindersterkte met de KC.
                        8. Cilinderassen controleren.
                        9. Controle cilindersterkte + cilinderas, tot geen verschil.

                      10. Sferische nacontrole.
                     

                      11. Rood-groen proef.

Wanneer, waarom en hoe? 

Wanneer de visus laag blijft na de stap HG/HV  lager is dan 0,6

Waarom= omdat een refractie volgens de KC -methode nauwelijks uitvoerbaar is. 

Hoe =Nadat je de geschatte cilinderwaarde hebt geplaatst in de pasbril, ga je weer over op de KC-methode. 

Let op:

Stappen sterk astigmatisme mag je altijd toepassen; ook als de visus hoger is dan 0.6.

Identiek aan de Kc zwak 

                         1. Beginvisus bepalen.

                         2. Sferische correctie // hg + hv.

    3. Voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans.

    4. Brandlijncontrole // S +1,00, S +2,00, S +3,00.

    5. Vlijen.

    6. 2/3 geschatte cilindersterkte plaatsen.

3. Voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans.

• Dit is hetzelfde als bij sterk astigmatisme nevel methode
• Let op het pijlfiguur; beide poten van de pijl moeten even zwart/grijs zijn.

5. Voorkeursrichting bepalen

Vragen die je kunt stellen:

- U ziet nu een aantal lijnen/strepen in een halve cirkel. 

   Ziet u lijnen die zwarter zijn dan anderen?

Zo ja:

- Kunt u met uw hand aangeven welke lijnen het 

   meest zwart zijn?

Als de klant lang wacht stel je de volgende vraag:

▪ Vindt u alle lijnen even zwart?

5. Voorkeursrichting bepalen

>> Draai vervolgens de draaibare pijlfiguur naar de voorkeursrichting (= de zwartste lijn). 

>> Daarna bepaal je de voorkeursrichting nauwkeurig met de benen van het draaibare pijlfiguur. 

Je vraagt aan de klant:

▪ Als u naar de pijl kijkt, welke poot/been is dan zwarter?

0

5. Voorkeursrichting bepalen

Pijl figuur draaien in de richting van de minst scherpste lijn totdat beide lijnen even zwart/grijs zijn.

Dat is dus de voorkeurs richting.

De cilinder moet dan 90 garden daarop! 

4. Brandlijncontrole met S +1,00, S +2,00 en S +3,00.

Je onderzoekt of beide brandlijnen  voor het netvlies liggen.

zijn we met de juiste (achterste) brandlijn bezig?

voorbeeld in brandlijnenschema.

4. Brandlijncontrole met S +1,00, S +2,00 en S +3,00.

De volgende 3 vragen moet je stellen tijdens de brandlijncontrole:

1. Wat gebeurt met de gehele stralenkrans bij het voorhouden van dit glas?

• juiste antwoord = in zijn geheel slechter.

2. Welke streep is het zwartst?

• juiste antwoord = nog steeds dezelfde streep als hiervoor.

3. Wat is gebeurt met de voorkeursrichting, wordt deze zwarter of waziger?

• juiste antwoord = grijzer/waziger

4. Brandlijncontrole met S +1,00, S +2,00 en S +3,00.

Ander antwoord?

• hoogste glas + hoogste visus is niet correct!

>> ga terug naar stap 2; hoogste glas + hoogste visus.

>> blijf op de stralenkrans; start met de sterkte wat in de pasbril zit                  

Omslag = je was met de voorste brandlijn aan het meten.

>> plaats het glas van de brandlijncontrole.

>> bepaal opnieuw de voorkeursrichting.

>> ga terug naar stap 2; hoogste glas + hoogste visus (op de stralenkrans).

5. Vlijen. H/G op stralenkrans

Sferische correctie (hg + hv) op de stralenkrans: 

• achterste brandlijn moet naar het netvlies worden gebracht.

>> laat de klant alleen naar de voorkeursrichting/zwarte streep kijken.

>> houdt S +0.25 voor; bij gelijk en zwarter = geven.

>> Eerste S +0.25 waziger? Niet geven; S -0.25 voorhouden.

>> S -0.25 zwarter = geven. Gelijk en grijzer/waziger = niet geven.

5. Vlijen. H/G op stralenkrans

Met S +0.25/S -0.25 breng je de achterste brandlijn op het netvlies.

>> Laat de klant naar de voorkeursrichting kijken.

>> S +0.25; geven bij gelijk en zwarter. Stoppen als het slechter wordt 

>> S -0.25; geven bij zwarter.

Je bepaalt 'hg + hv' op de stralenkrans.

   6. 2/3 geschatte cilindersterkte plaatsen.

Cilinder C-0,50 geeft een visus verbetering van 0,1

Bijvoorbeeld: 

Hg/Hv op letters 0,5 

5 stappen van C -0,50   = -2,50 cilinder verwacht je

2/3 van 2,5 = -1,67 dpt 

je plaatst een cilinder van -1,50 erin 

Identiek aan Kc zwak astigmatisme     Op dots 

   7. Correctie cilindersterkte met de KC.

   8. Cilinderassen controleren.

   9. Controle cilindersterkte + cilinderas, tot geen verschil.

   10. Sferische nacontrole.

   11. Rood-groen proef.

Tolerantie

Hoeveel graden mag je afwijken?

Om de tolerantie binnen 0,25 te houden, mag je bij het inslijpen van de glazen de as niet meer dan 5 / C in graden naar elke zijden afwijken.

• een lage cilinder mag dus meer afwijken dan een hoge cilinder.

Voorbeeld:

Cilinder van C -1.00

>> 5 / 1 = 5 graden; de cilinder mag naar beide kanten 5 graden afwijken.

KC = 2 x sin 15

KC = 2 x 0,259

KC = 0,518 --> KC 0,50

Beide brandlijnen verplaatsen 0,50 dpt.

De totale KC fout is  S +0.52 = C -1,04

Stappen KC-refractie // sterk astigmatisme 

                         1. Beginvisus bepalen.

                         2. Sferische correctie // hg + hv.

                         3. Voorkeursrichting bepalen op de stralenkrans.
                         4. Brandlijncontrole // S +1,00, S +2,00, S +3,00.
                         5. Vlijen.
                         6. 2/3 geschatte cilindersterkte plaatsen.

                         7. Correctie cilindersterkte met de KC.
                        8. Cilinderassen controleren.
                        9. Controle cilindersterkte + cilinderas, tot geen verschil.

                      10. Sferische nacontrole.
                      11. Rood-groen proef.