2.5 De Nederlandse bevolking (HV)

2.5 De Nederlandse bevolking
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerroute VTLeerroute HLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.5 De Nederlandse bevolking

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
1. Uitleg 2.5
2. Kijken Nederland van boven
3. Zelfstandig aan de slag


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5 De Nederlandse bevolking

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen paragraaf 2.5
  • Je weet waar in Nederland de meeste mensen wonen en waar de bevolking groeit en afneemt;
  • Je begrijpt hoe en waarom de leeftijdsopbouw in Nederland verandert;
  • Je kunt kaarten en grafieken over de bevolking in Nederland lezen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

https://www.televizier.nl/amusement/nieuwe-gezinnen-in-een-huis-vol

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De levensverwachting in 1900 was nog geen 50 jaar. Waarom werden mensen in 1900 minder oud dan tegenwoordig?
Hygiëne was minder: de tonnenman kwam wekelijks langs, er was geen riolering en handen wassen was geen gewoonte.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overschot
Wanneer het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer spreek je van een:
Geboorteoverschot

Waardoor nam het geboortecijfer in Nederland toe vanaf 1900?
  • aanleg riolering
  • toename medische kennis
  • optimisme (na Tweede Wereldoorlog, Baby Boomers)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf 1970 daalt het geboortecijfer
minder jongeren
meer ouderen
Migratie speelt ook een rol > 
negatief migratiesaldo na de Tweede Wereldoorlog.
Vanaf 1970 > positief migratiesaldo in Nederland.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsdiagram/
veranderingen
Piramidevorm --> veel kinderen, weinig ouderen 1956

Bijna 50%  ouder dan 40 jaar 
20% is ouder dan 65 jaar, dat heet
vergrijzing. 2020
Vanaf 2040 verwacht men in Nederland een
sterfteoverschot.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bevolkingspiramide van het CBS in tweetallen Beantwoord de volgende vragen:
1. Welke vorm heeft de bevolkingsdiagram in 1960?

2. Is er in 1960 sprake van een geboorteoverschot of sterfteoverschot?

3. Bekijk de bevolkingsdiagram van 2024. Welke vorm heeft de diagram? Kijk naar de bevolkingssamenstellingVan welk Begrip uit 2.5 is er sprake?

4. Vanaf 2040 is er sprake van een sterfteoverschot in Nederland. Toch blijft de bevolking groeien hoe kan dat?
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dicht bij elkaar?
Wat zijn de verschillen in de
bevolkingsdichtheid?


Binnen Nederland zijn grote
regionale verschillen

Dunbevolkt
Dichtbevolkt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunbevolkt
Dichtbevolkt
In de Randstad is veel werk te vinden.  Vooral jonge mensen trekken naar steden, dit zorgt voor verjonging van de stedelijke bevolking. 

Verhuizen naar een andere gemeente heet; binnenlandse migratie


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreiding NL

Vooral op platteland trekken de jonge mensen naar de grote steden > 

Wat is het gevolg van deze binnenlandse migratie?
Voorzieningen gaan sluiten en verdwijnen. + vergrijzing platteland

Vergrijzijng

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnenlandse migratie
Als je naar een andere gemeente verhuist, binnen Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijken Nederland van boven: bevolkingsspreiding nederland

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen checken
  • Je weet waar in Nederland de meeste mensen wonen en waar de bevolking groeit en afneemt;
  • Je begrijpt hoe en waarom de leeftijdsopbouw in Nederland verandert;
  • Je kunt kaarten en grafieken over de bevolking in Nederland lezen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk! voor 24 april
Aan de slag met 4, 5 en 6 opdrachten van 2.5

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies