Wat moet je leren voor de toets?
Cursus Spelling (blz. 214-234)
§1 werkwoordspelling
§2 hoofdletters en leestekens
§3 meervoudsvorming en verkleinwoorden
§4 samenstellingen, sommige(n) en getallen
§5 liggend streepje, trema, apostrof, accenten
§6 probleemwoorden