Basisstof 3, genen en allelen (vanaf mutaties)

Maandag 14 juni, 7de uur, h2d
1.  Aanwezigheidscontrole + hw-controle (opd. 1 + 5 van §5.3)
2. Uitleg §5.3, mutaties / mutagene invloeden / kanker
3. Bekijken filmpjes




HW voor dinsdag 15 juni, 2de uur:
Leren §5.3 & maken opd. 2 + 3 + 6 t/m 8 van §5.3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Maandag 14 juni, 7de uur, h2d
1.  Aanwezigheidscontrole + hw-controle (opd. 1 + 5 van §5.3)
2. Uitleg §5.3, mutaties / mutagene invloeden / kanker
3. Bekijken filmpjes




HW voor dinsdag 15 juni, 2de uur:
Leren §5.3 & maken opd. 2 + 3 + 6 t/m 8 van §5.3

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
  1. Wat een mutatie is. 
  2. Wat mutagene invloeden zijn.
  3. Hoe kanker kan ontstaan. 
  4. Wat een uitzaaiing is. 

Slide 2 - Tekstslide

Mutatie: 
  • Een plotselinge verandering in het genotype van een organisme.
  • Genen veranderen hierdoor (muteren).
  • Kan ontstaan doordat er iets mis gaat bij de celdeling.
  • Een mutatie zie je meestal niet in het fenotype.
Genotype
De complete informatie voor al de erfelijke eigenschappen van een organisme.
Fenotype
De eigenschappen van een organisme, dat tot stand komt door het genotype en door invloeden van uit het milieu (leefomgeving).

Genen
Een gen staat voor één erfelijke eigenschap van een organisme, bijv. de oogkleur. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Mutaties kunnen plaatsvinden in een

  • gewone lichaamscel -> heeft nauwelijks of geen gevolgen.
  • geslachtscel -> heeft soms veel effect. 
Positieve of negatieve mutatie???

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Mutant = een individu waarbij een gemuteerd gen tot uiting komt in het fenotype.

Ontstaan van een mutatie = 
- spontaan
- invloeden uit het milieu

Voorbeelden van mutagene invloeden = 
- straling (radioactieve straling, röntgenstraling, ultraviolette straling) 
- chemische stoffen (sigarettenrook, asbest)
- virussen (HPV-virus)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kanker
Kanker ontstaat als een cel zich sneller gaat delen dan normaal
  • Door een mutatie kan een cel veranderen in een cel die kanker veroorzaakt.
  • Door het sneller delen dan normaal ontstaat er een gezwel/tumor.
  • Een kwaadaardig gezwel groeit snel en verstoort de bouw van weefsels.

Een kwaadaardig gezwel kan met een operatie weggehaald worden. Door bestraling en/of chemokuur kunnen de cellen van het kwaadaardig gezwel worden gedood. 

De meeste kankerpatiënten sterven aan uitzaaiing (metastase). 


Verschil tussen een goedaardig gezwel en een kwaadaardig gezwel
Een kwaadaardig gezwel groeit veel sneller dan een goedaardig gezwel. Bovendien verstoord een goedaardig gezwel niet de bouw van weefsels. Meestal kan een goedaardig gezwel operatief verwijdert worden. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video