3.4 Bronnen: Chili in beeld

Weekplenda
Week 49
Week 50
Week 51
Sint
H3 §4

H3 §1t/m§4 herhalen
Rep H3 §1t/m§4 
Rep bespreken
Kerst
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Weekplenda
Week 49
Week 50
Week 51
Sint
H3 §4

H3 §1t/m§4 herhalen
Rep H3 §1t/m§4 
Rep bespreken
Kerst

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

planning
stukje herhaling -> quizvragen
nieuwe stof bespreken
filmpje
3.4 bronnen afmaken

pak je: boek + laptop!

Slide 3 - Tekstslide

Een nadeel van importsubstitutie is
A
dat de producten te goedkoop werden verkocht
B
dat de producten duur en kwalitatief slecht waren
C
dat de producten vooral voor de export waren en te duur

Slide 4 - Quizvraag

wat hoort er niet bij import-substitutie?
A
invoerheffingen
B
minder concurrentie
C
minder werkgelegenheid
D
meer zelfstandigheid

Slide 5 - Quizvraag

Een voordeel van importsubstitutie was dat het zorgde voor
A
werkgelegenheid
B
goedkope producten
C
goede producten
D
goede externe relaties

Slide 6 - Quizvraag

Importsubstitutie wil zeggen ...
A
dat een land producten gaat importeren.
B
dat een land producten gaat exporteren.
C
dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken) .
D
dat een land niet meer wil exporteren.

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekende diversificatie ook alweer?
A
Het minder eenzijdig maken van de economie.
B
Het focussen op/exporteren van één soort product.
C
Meerdere producten produceren/exporteren.
D
Het focussen op/importeren van één soort product.

Slide 8 - Quizvraag

Diversificatie = eenzijdige economie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een deel van het koper uit Chili wordt eerst bewerkt en dan geëxporteerd. Wat is daar een voordeel van?
A
Dat wordt beter verkocht
B
Brazilië koopt veel koperdraad
C
Het levert werkgelegenheid op
D
Het levert meer inkomsten op

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld van diversificatie van de economie?
A
Zuid-Afrika gaat ijzererts niet meer alleen exporteren, maar gaat het nu ook verwerken in de eigen industrie.
B
Zuid-Afrika opent twee nieuwe ijzerertsmijnen om de export te vergroten.
C
Zuid-Afrika stapt over van de export naar de import van goedkopere ijzererts.

Slide 11 - Quizvraag

Welke stelling over de export van Chili is waar?
A
De geringe koopkrachtstijging toonde het succes van importsubstitutie aan.
B
De export van Chili groeit elk jaar met 6%.
C
Koper is het belangrijkste exportproduct.
D
Importsubstitutie heeft diversificatie vervangen als economisch beleid.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het gevolg van watervervuiling door aquacultuur?
A
Het kan leiden tot een hogere opbrengst van de kwekerij
B
Het kan leiden tot een betere smaak van de gekweekte vis
C
Het kan leiden tot zuurstoftekort en sterfte van dieren in het water
D
Het kan leiden tot een hogere diversiteit aan dieren in het water

Slide 13 - Quizvraag

Waar wordt de meeste wijn verbouwd in Chili?
A
In het noorden
B
In het midden
C
In het zuiden

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

zelfstandig aan de slag
lees eerst in stilte bron 5+6 (5minuten)
maak 3.4 helemaal af
klaar -> eerst nakijken
daarna: opengeogeussr

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide