In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
HS 4.3 krachten samenstellen ~ beheersen
Slide 1 - Tekstslide
herhaling parallellogrammethode
Stappen:
Zet de verschillende krachten achter elkaar in een parallellogram
Maak een nieuwe kracht van het begin naar het eindpunt
Dat is de resultante kracht Fres
Slide 2 - Tekstslide
Voordoen: parallellogrammethode
Stappen:
1. meet kracht & schaal
2. teken parallellogram
3. teken Fres
4. meet Fres
Slide 3 - Tekstslide
Teken de krachten over en pas de parallellogrammethode toe.
Slide 4 - Open vraag
Leerdoelen
Krachten kunnen samenstellen met behulp van de parallellogramconstructie.
Kunnen herkennen wanneer krachten elkaar opheffen, dus wanneer er een krachtenevenwicht is.
Weten wat wordt bedoeld met een omgekeerde parallellogramconstructie.
Spankrachten in een touw kunnen construeren door middel van de omgekeerde parallellogramconstructie.
Slide 5 - Tekstslide
Omgekeerde parallellogram-constructie
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 1 Voorkennis
a. Teken een horizontale vector F1 van 400 N en een vector F2 van 600 N onder een hoek van 120o met F1. Gebruik een geschikte krachtenschaal. b. Construeer de somkracht van F1 en F2 en bepaal de grootte van Fsom .
Slide 7 - Tekstslide
De omgekeerde parallelogrammethode
Wat is het grote verschil?
De som kracht is buiten de andere krachten is.
Wat moet je?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Stappenplan omgekeerde parallellogram-constructie bij een touw
Teken de zwaartekracht op het voorwerp op de plaats van de 'knik' in het touw. Links en rechts van de 'knik' geef je de delen van het touw de namen 1 en 2.
Teken de normaalkracht Fn van het touw op het voorwerp op de plaats van de 'knik' naar boven met Fn = Fz . Fn is de somkracht van de spankrachten F1 en F2 in het touw .
Slide 10 - Tekstslide
vervolg stappenplan
3. Teken door de pijlpunt van Fn een hulplijn evenwijdig aan deel
1 van het touw.
4. Teken door de pijlpunt van Fn een hulplijn evenwijdig aan deel 2 van het touw. Nu heb je een parallogram getekend.
5. Teken de vectoren F1 en F2 en bepaal met de krachtenschaal de grootte in Newton.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 2
Lees vraag 1 van het stencil met extra oefeningen.
a. Bepaal via constructie de grootte en de richting van de spankrachten in het touw.
b. Als je klaar bent deel je je antwoord met je buur.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe groot zijn de spankrachten?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen gehaald?
Krachten kunnen samenstellen met behulp van de parallellogramconstructie.
Kunnen herkennen wanneer krachten elkaar opheffen, dus wanneer er een krachtenevenwicht is.
Weten wat wordt bedoeld met een omgekeerde parallellogramconstructie.
Spankrachten in een touw kunnen construeren door middel van de omgekeerde parallellogramconstructie.
Slide 16 - Tekstslide
test vraag
Een hanglamp met een massa van
5,0 kg hangt aan twee snoeren.
De hoek tussen de 110 graden. De zwaartekracht op de lamp is getekend.
de pijl van Fz is 2,1 cm lang.
a. Bepaal de krachtenschaal die hoort bij deze tekening.
b. Neem de tekening over en teken door de omgekeerde parallellogram- methode de spankracht in de snoeren.
c. bepaal de groottes van de twee spankrachten.
Slide 17 - Tekstslide
a. 𝐹 z= 5,0 × 9,81 = 49 N en de pijl van de zwaartekracht is 2,1 cm lang, dus is de krachtenschaal: 1 cm ≙ 23 N.
b. zie tekening.
c. de pijl van Fs,1 is 2,2 cm lang dus 𝐹s,1 = 2,2 × 23 = 51 N
De pijl van Fs,2 is 1,4 cm lang dus 𝐹s,1 = 1,4 × 23 = 32 N