Femicide laatste versie 2024

Femicide
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Femicide

Slide 1 - Tekstslide

Extra: lessenreeks

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Femicide

Slide 4 - Woordweb

Vrouwenmoord
In 1978 vond in Nederland het eerste grootschalige protest plaats tegen geweld tegen vrouwen. Naar schatting zijn er de afgelopen 30 jaar ruim 1.300 vrouwen in Nederland het slachtoffer geworden van femicide. In Nederland wordt er gemiddeld iedere 8 dagen een vrouw vermoord door (ex)partnergeweld. Het aantal vrouwen dat in de periode van 2016 – 2020 werd vermoord door een (ex)partner is 56%, terwijl dit bij de moord op een man 4% was (CBS). Bij een moord op een vrouw is er daarom sprake van een ander oogpunt. Gender vormt een motief.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel vrouwen worden er vermoord in Nederland
A
1 in 8 dagen
B
8 in 1 dag
C
1 in 8 maanden
D
8 in een maand

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn redenen voor vrouwen moord?
A
Het uitgaan van een relatie
B
Bij het aangeven grenzen
C
Een zwakke man

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide


Hoe kan je femicide/mishandeling herkennen

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Zijn mannen de baas over vrouwen?
A
JA
B
NEE

Slide 15 - Quizvraag

Waarom is femicide in Nederland niet hot?

Slide 16 - Open vraag

Macho culturen gaan voorop

Slide 17 - Tekstslide

Istanbul Conventie 
Het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, in Nederlandstalige media en literatuur algemeen bekend als de Istanbul-Conventie[2] (of soms Verdrag van Istanbul)

Slide 18 - Tekstslide

Wat zou jij kunnen doen?

Slide 19 - Open vraag

Wat heb jij geleerd over femicide?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat kunnen we doen?

Slide 22 - Tekstslide

Het begrip femicide is niet overal hetzelfde, hoe komt dat?

Slide 23 - Open vraag