Persoonlijke verzorging 1

Persoonlijke verzorging 1
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging 1

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les kun je:
- De cliënt helpen bij zijn persoonlijke verzorging.
- De cliënt helpen bij het wassen van zijn gezicht.
- De cliënt helpen bij het aankleden.
- De cliënt helpen bij het haren kammen.
- De cliënt helpen bij het scheren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over
persoonlijke verzorging?

Slide 3 - Woordweb

Gezicht wassen
Het wassen van het gezicht  en handen is een  dagelijkse activiteit.

Soms help je een cliënt bij het wassen van het gezicht en handen. Bijvoorbeeld in de ochtend, als de cliënt opstaat. Of 's avonds, als de cliënt gaat slapen.

Slide 4 - Tekstslide

Wensen en gewoonten
Niet alle cliënten voelen zich prettig als ze geholpen worden bij het wassen en aankleden.

Overleg met de cliënt over zijn wensen. Waarmee en hoe zou hij graag geholpen willen worden.

Respecteer deze wensen.


Slide 5 - Tekstslide

Ongemakkelijk
Voor jou is het misschien ook lastig. Omdat je misschien nog niet zo vaak blote mannen en vrouwen hebt gezien. 

Het is belangrijk om hierover met de cliënt te praten.

Als je het van elkaar weet, kun je begrip voor elkaar tonen.

Slide 6 - Tekstslide

Een gezicht was je zo (1)
1. Was je handen.
2. Haal de haren uit het gezicht van de cliënt. Zet ze vast met een elastiekje of haarband.
3. Maak het gezicht nat met een washandje met warm water.
4. Smeer het gezicht voorzichtig in met zachte zeep of een wasmiddel speciaal voor het gezicht. Gebruik geen gewone zeep, want daarvan droogt de huid uit.

Slide 7 - Tekstslide

Een gezicht was je zo (2)
5. Was het gezicht zoals de cliënt gewend is.
6. Denk aan de volgorde: ogen, gezicht en achter de oorschelpen.
7. Spoel alle zeep goed af. Er mogen geen zeepresten overblijven.
8. Dep het gezicht droog met een schone en zachte handdoek. Wrijf niet en begin bij de ogen.

Slide 8 - Tekstslide

Een gezicht verzorgen
Na het wassen kan je het gezicht nog verder schoonmaken. Bijvoorbeeld met tonic of een reinigingsmelk. Dit doe je met een watje of wattenschijfje.

Na het reinigen kun je het gezicht insmeren met een verzorgingsproduct zoals een gezichtscrème.

De huid van het gezicht is gevoelig. Daarom moet je voorzichtig zijn als je het gezicht verzorgt.

Slide 9 - Tekstslide

praktijkopdracht
Je gaat nu oefenen met het wassen van het gezicht.

Op de volgende slide kun je nog eens stap voor stap zien hoe je dat doet.

Was eerst je eigen gezicht. 
Vraag daarna of je het gezicht van iemand anders mag wassen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Gebruik je warm of koud water om het gezicht te wassen?
A
warm
B
koud

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor zeep gebruik je voor het wassen van het gezicht?
A
speciale zeep
B
gewone zeep

Slide 13 - Quizvraag

Hoe droog je het gezicht?
A
wrijven
B
deppen

Slide 14 - Quizvraag

Van een gewoon wasmiddel kan het gezicht.....
A
uitdrogen
B
verstoppen

Slide 15 - Quizvraag

Achtergebleven zeepresten kunnen de huid.....
A
verstoppen
B
kapot maken

Slide 16 - Quizvraag

Het gezicht kun je verder schoonmaken met......
A
foundation
B
tonic

Slide 17 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je dit?

Slide 18 - Open vraag

Waarvoor gebruik je dit?

Slide 19 - Open vraag

Waarvoor gebruik je dit?

Slide 20 - Open vraag

Aankleden
Een cliënt kiest zelf welke kleren hij wil dragen.
Let wel op het weer en wat de cliënt gaat doen. Bijvoorbeeld als de cliënt naar een feestje gaat.

Als een cliënt het niet weet, pak je 2 kledingstukken uit de kast die jou goed lijken. Laat de keldingstukken naast elkaar zien en laat de cliënt kiezen.

Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf meehelpen met het aankleden.

Slide 21 - Tekstslide

Wie bepaald wat de cliënt aantrekt?
A
Jij als zorgverlener
B
De cliënt zelf
C
De familie van de cliënt

Slide 22 - Quizvraag

Hoe laat je de cliënt kiezen welke kleding hij of zij aan wil?

Slide 23 - Open vraag

Welke arm en welk been gaat eerst in het kledingstuk bij het aankleden?

Slide 24 - Open vraag

Wat gaat het eerst uit de mouw of broekspijp bij het uitkleden?

Slide 25 - Open vraag

Hulpmiddelen bij het aankleden
Het is belangrijk  om cliënte zoveel mogelijk zelf te laten doen.
Hierdoor blijven ze zelfstandig en behouden ze spierkracht en functies.

Hier zijn verschillende hulpmiddelen. Op de volgende slides zie je twee filmpjes. Ze zijn in het Engels, maar wel goed te volgen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Haren kammen
Na het wassen en aankleden wordt het haar van een cliënt gekamd. Kan hij dit niet zelf, dan moei je hierbij helpen.

Laat de cliënt meekijken als je het haar in model brengt.

Draagt de cliënt een bril? Dan doe je die eerst af. Zeg wel eerst dat je de bril gaat afzetten.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe wil de cliënt het haar?
Vraag aan de cliënt:
- Heeft u een scheiding? Links of rechts, hoog of laag? 
- Moet het haar naar voren of naar achteren gekamd?
- Moet het worden gevlochten of opgestoken?
- Gebruikt u haarlak of gel?

Vraag na afloop altijd: Is het zo naar uw zin?

Slide 30 - Tekstslide

Waarom is het kapsel zo belangrijk voor mensen?

Slide 31 - Open vraag

Voor wie is zelf haar kammen moeilijk?

Slide 32 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om de cliënt steeds te vragen wat ze wil?

Slide 33 - Open vraag

Verantwoordelijkheden
Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Je moet eerst geleerd hebben hoe dat moet. 
Het kan gevaar opleveren als je het niet goed doet.

Slide 34 - Tekstslide

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar kammen?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar borstelen?
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar föhnen?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar permanenten?
A
ja
B
nee

Slide 38 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar opsteken?
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar knippen?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Als verzorger mag je niet alles met het haar van een cliënt doen.
Mag je het haar in een scheiding kammen?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Praktijkopdracht
Je gaat oefenen met het kammen van het haar van een ander.

Denk goed aan de dingen die je net geleerd hebt. 
Dus stel vragen over de wensen van de ander.

Benodigdheden: kam of borstel en een spiegel. Eventueel gel of haarlak als dat er is.


Slide 42 - Tekstslide

Scheren
Een assistent mag niet zelf een cliënt scheren. Je leest wel hoe het moet.

Bij persoonlijke verzorging hoort ook het scheren van mannen en soms bij vrouwen.

Electrisch scheren komt het meest voor. 
Scheren kan ook met een scheermes en scheerschuim.

Slide 43 - Tekstslide

Zo scheer je een cliënt (1)
1. Leg een handdoek op de borst van een cliënt.
2.Trek de huis glad tussen je duim en wijsvinger.
3. Scheer de strakgetrokken huid.
4. Scheer met een scheerapparaat van wang naar kin
5 Doe dit tot de gehele baardgroei weg is.
6. Laat de cliënt na het scheren in een speigel kijken. Is hij tevreden?

Slide 44 - Tekstslide

Met dit scheerapparaat maak je  ronddraaiende bewegingen.
Met dit scheerapparaat maak je op- en neergaande bewegingen.

Slide 45 - Tekstslide

Zo scheer je een cliënt (2)
6. Laat de cliënt na het scheren in een spiegel kijken. Is hij tevreden?
7. Verzorg de huid met aftershave
8. Maak het scheerapparaat schoon: verwijder de scheerkoppen en het scheer of het scheerblad en veeg de haren met een borsteltje weg.

Slide 46 - Tekstslide

Wat moet je klaarleggen voor het scheren van een cliënt?

Slide 47 - Open vraag

Praktijkopdracht
Je gaat oefenen met scheren. Dit ga je doen op op een ballon.

Dit heb je nodig:
- Ballon
- Scheerschuim
- Wegwerpscheermesje
- Stiften
- Washandje
- Water (in een kom)

Kijk op de volgende 3 dia's om te zien wat je precies moet doen. Lees eerst alle dia's voor je start.

Slide 48 - Tekstslide

Praktijkopdracht
Voor deze scheer oefening kun je het beste een ballon nemen. De ballon zal knappen als je verkeerd scheert terwijl verkeert scheren op de huid kan leiden tot een lelijke snee.

Blaas de ballon op en knoop hem dicht. 
Teken er eventueel een gezicht op en voor de lol ook een baard, snor of kapsel. 
Maak de ballon licht vochtig met een washandje. 
Smeer de ballon hierna in met scheerschuim: het schuim dun aanbrengen en inmasseren. 
Doe het scheerschuim alleen op de plaats waar je het haar weg wilt halen (baard / snor). 
Maak nu je handen schoon met water, washandje of keukenrol.

Slide 49 - Tekstslide

Praktijkopdracht
Neem een scheermesje en maak het vochtig door het in de kom met water te stoppen of onder de kraan af te spoelen. Houdt de ballon met 1 hand op zijn plek, bijvoorbeeld op een tafel. Je doel is nu om tijdens het scheren de ballon niet te laten ontploffen.

Gebruik tijdens het scheren indien mogelijk beide handen: de ene hand om de huid (de ballon) strak te trekken/houden, de andere om het scheermes te hanteren. Maak rustige, zorgvuldige bewegingen en oefen geen druk uit op het mesje, laat het mesje het werk doen. Het scheermesje moet licht over de huid/ballon glijden, zowel met de haargroei mee als tegen de haargroei in. Spoel het mesje tijdens het scheren, in het potje water, zodat het scheerschuim weg is.




Slide 50 - Tekstslide

Praktijkopdracht
Tip: ga je in het echt scheren? Gebruik dan altijd een scherp scheermesje. Een bot mes kan de baardharen uit het gezicht trekken (epileren) in plaats van afsnijden! Dat is niet alleen pijnlijk maar een bot mesje kan de huid ook nog eens beschadigen.

Nu mag je beginnen.
Als je niet meer weet wat je moet doen, lees dan even terug op de vorige dia's




Slide 51 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 52 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 53 - Open vraag