§2.1 Weer en klimaat in Europa

Startopdracht
Wat?
Bekijk de paragraaf en schrijf op wat je al weet of kan
Hoe?
Zelfstandig in stilte
Hulp
Brein, Boek, Buur, Bureau
Tijd
Timer



Klaar?
-Weet je/kun je alles al, ga aan het werk met de opdrachten

-Weet je niet /kun je niet alles, doe je mee instructie van de docent
timer
10:00
Binnen is beginnen!
Binnen is beginnen!
  • Ga op je plek zitten,
  • Pak je laptop/iPad voor,
  • Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
  • Doe de startopdracht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Wat?
Bekijk de paragraaf en schrijf op wat je al weet of kan
Hoe?
Zelfstandig in stilte
Hulp
Brein, Boek, Buur, Bureau
Tijd
Timer



Klaar?
-Weet je/kun je alles al, ga aan het werk met de opdrachten

-Weet je niet /kun je niet alles, doe je mee instructie van de docent
timer
10:00
Binnen is beginnen!
Binnen is beginnen!
  • Ga op je plek zitten,
  • Pak je laptop/iPad voor,
  • Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
  • Doe de startopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Spanje en Nederland 
vergeleken



§2.1 Weer en klimaat in Europa


Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid en boekencontrole 

Mededelingen:  

Uitleg §2.1 'Weer en klimaat in Europa'

Maak van §2.1 'Weer en klimaat in Europa' vraag 1 t/m 6

Lesafsluiter: examenvraag

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Leg uit hoe bij de twee soorten fronten frontale neerslag ontstaat.
  2. Leg uit waarom Spanje in de winter vaak wel te maken krijgt met depressies, maar in de zomer niet.
  3. Verklaar met behulp van de klimaatfactoren welke klimaten in Spanje voorkomen
  4.  Benoem welke natuurlijke vegetatie voorkomt in de verschillende klimaatgebieden in Spanje
Neem de vragen over en beantwoord ze tijdens de uitleg!

Slide 4 - Tekstslide

Examenvraag 1
Er worden twee uitspraken gedaan over het klimaat in Nederland en
Spanje.
Uitspraak 1: in Nederland komen meer depressies voor dan in Spanje.
Uitspraak 2: in het grootste deel van Spanje valt in de zomer minder
neerslag dan in de winter.
Wat is juist?

Slide 5 - Tekstslide

Examenvraag 2
Bron 8
Bron 9

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij van van de vorige keer?

Slide 7 - Woordweb

Kennis maken met...
  • Ligging: Zuid-Europa aan de Middellandse zee en de Atlantische oceaan
  • Hoofdstad: Madrid
  • Inwoners: 50 miljoen
  • Oppervlakte: 506.030 km² - 12x Nederland
  • 2 Eilandengroepen: Balearen en Canarische eilanden
  • Bevolkingsdichtheid: 85,8/km² (NL: 533/km²)
  • Klimaat: Gematigd zeeklimaat, Middellandse Zeeklimaat, Landklimaat, Hooggebergteklimaat en Steppeklimaat
  • Taal: Spaans
  • Buurlanden: Portugal, Frankrijk, Italië en Marokko

Slide 8 - Tekstslide

Weer
verschijnselen
Het weer in Spanje en Nederland wordt beïnvloed door drie verschijnselen:

1. Ontmoeting warme en koude lucht

2. Het Azoren-hoog

3. Tijdelijke hogedrukgebieden


Slide 9 - Tekstslide

Verschijnsel 1: 
Ontmoeting warme en koude lucht:

  • Door de Wet van Buys Ballot draaien warme lucht (warmtefront) en koude lucht (koude front) lucht om elkaar heen.  

  • Warmtefront en koudefront mengen slecht met elkaar. De luchtsoorten draaien met een spiraalbeweging linksom in elkaar,

 Occlusiefront: koufront haalt het warmtefront in.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Verschijnsel 2:
Het Azorenhoog is een grote hogedrukzone rond 30⁰N.B. nabij de eilandengroep de Azoren 

Ontstaat door de uitwisseling van warmte tussen 
de tropen en de poolgebieden. 

  • Zomer: Ligt dit gebied noordelijker waardoor depressies in een noordelijke route gedwongen worden van west naar oost.

  • Winters: Ligt dit gebied zuidelijker en is zwak waardoor depressies in een zuidelijk route gedwongen worden van west naar oost.



Gevolgen weer Spanje
Gevolgen weer Nederland
Zomer: droog en zonnig
Winter: frontale neerslag
Zomer: frontale neerslag
Winter: nauwelijks van invloed

Slide 12 - Tekstslide

Verschijnsel 3:
Tijdelijke hogedrukgebieden boven het binnenland van Europa
In de winter koelt het landoppervlak en de lucht erboven erg af, dat de lucht daar gaat dalen, een hoge drukgebied ontstaat. Er waait in Nederland een oostenwind en is het koud. Het kan dan langere tijd vriezen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Klimaten in Spanje
Vraag 1: Wat zie je op deze kaart?

Vraag 2: Welke klimaten zie je?

Vraag 3: Welke klimaat komt overeen met Nederland?

Vraag 4: Benoem 2 kenmerken van het Middellandse Zeeklimaat

Slide 15 - Tekstslide

Klimaten in Spanje
Noorden: Gematigd Klimaat
  • Zachte winters
  • koele zomers
  • Hele jaar neerslag.

Zuiden + oosten: Middellandse Zeeklimaat
  • Droge, warme zomers
  • Zachte winters met neerslag

Slide 16 - Tekstslide

Klimaten in Spanje
Binnenland: Landklimaat
  • Hete zomers en koude winters.

Berggebieden: Hooggebergteklimaat

  • Pyreneeën
  • Sierra Nevada

Zuidkust en stukje binnenland: 
Steppeklimaat
  • Valt erg weinig neerslag

Slide 17 - Tekstslide


Middellandse zeegebied - temperatuur en neerslag juli

Slide 18 - Tekstslide

Gematigd zeeklimaat
Landklimaat
Steppeklimaat
Middellandse Zeeklimaat
Hooggebergte
klimaat

Slide 19 - Sleepvraag

Aan het werk 
Wat?
§2.1 'Weer en klimaat in Europa' vraag 1 t/m 6
Hoe?
Zelfstandig in stilte
Hulp
Brein, Boek, Buur, Bureau 
Tijd
Timer

Daarna sluiten we af met een examenvraag

Klaar?
Maak de herhaling 
Of verdiep je: 
-Anders actief: Bronnen - gevolgen
-Examentrainer extra
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk 

Ik begrijp het wel
Extra oefenen 

Lastig?
Zelfstandig werken:
§2.1 'Weer en klimaat in Europa' vraag 1 t/m 6

Klaar? 
Anders actief: Bronnen - Klimaten in de wereld


Maak de herhaling

Klaar? 
Examentrainer extra
Extra uitleg van de docent
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Examenvraag 1:
Er worden twee uitspraken gedaan over het klimaat in Nederland en
Spanje.

Uitspraak 1: in Nederland komen meer depressies voor dan in Spanje.
Uitspraak 2: in het grootste deel van Spanje valt in de zomer minder
neerslag dan in de winter.
Wat is juist?
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 22 - Quizvraag

Examenvraag 2

Slide 23 - Open vraag