Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 4 Duits KWT - wat kun je al verstaan?
KWT DUITS
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
KWT DUITS
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn de Duitssprekende landen in Europa?
Slide 6 - Open vraag
Hoeveel inwoners heeft Nederland ongeveer?
A
3 miljoen
B
10 miljoen
C
17 miljoen
D
25 miljoen
Slide 7 - Quizvraag
Duitsland heeft ongeveer
A
800 miljoen inwoners
B
8 miljoen inwoners
C
18 miljoen inwoners
D
80 miljoen inwoners
Slide 8 - Quizvraag
De hoofdstad van Duitsland is
A
Keulen
B
Bonn
C
Berlijn
D
Hamburg
Slide 9 - Quizvraag
Op een Duitse auto staat
A
de letter A
B
De letter D
C
de letters BRD
D
de letters NL
Slide 10 - Quizvraag
Duitsland heeft
A
een koning
B
een president
Slide 11 - Quizvraag
Het Duitse nationale voetbalteam wordt
A
"Die Mannschaft" genoemd
B
"Die Fussballspieler" genoemd
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen Duits automerk?
A
Porsche
B
Opel
C
BMW
D
Fiat
Slide 13 - Quizvraag
Luisteroefeningen
Wat kun je al verstaan?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Dit was een reclame voor
A
haarverf
B
shampoo
C
make-up
D
wasmiddel
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
Welk product wil deze reclame aanprijzen?
A
klompen
B
tomaten
C
voetbal
D
een bank
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Waar gaat dit liedje over?
Slide 20 - Woordweb
Theorie
Slide 21 - Tekstslide
Tellen tot 10
Slide 22 - Tekstslide
lidwoorden &
zelfstandig naamwoorden
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Kijken of je het snapt
Slide 26 - Tekstslide
De woorden DE, HET en EEN zijn:
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
onpersoonlijke voornaamwoorden
D
eigennamen
Slide 27 - Quizvraag
Welke lidwoorden ken je in het Duits
A
der
B
die
C
das
D
der - die - das
Slide 28 - Quizvraag
Het lidwoord ' der ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die:
A
vrouwelijk zijn
B
onzijdig zijn
C
meervoud zijn
D
mannelijk zijn
Slide 29 - Quizvraag
Het lidwoord ' die ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die:
A
mannelijk zijn
B
onzijdig zijn
C
vrouwelijk zijn
D
vrouwelijk of meervoud zijn
Slide 30 - Quizvraag
Het lidwoord ' das ' gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die zijn:
A
mannelijk
B
onzijdig
C
meervoud
D
vrouwelijk
Slide 31 - Quizvraag
Welk lidwoord zet je voor 'Vater'?
Slide 32 - Open vraag
Welk lidwoord zet je voor Mutter?
A
die
B
das
C
der
Slide 33 - Quizvraag
Welk lidwoord zet je voor Schwester?
A
der
B
die
C
das
Slide 34 - Quizvraag
Opdracht
Maak tweetallen
Bedenk vijf zelfstandige naamwoorden in het Nederlands
Zoek de bijbehorende vertaling in het Duits
Zoek de juiste lidwoorden bij deze woorden
Slide 35 - Tekstslide
Zinnen leren
Oefen de zinnen met je buurman/buurvrouw en voer een gesprekje, dadelijk voor de klas!
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Wat vond je van de KWT lessen Duits?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Poll
Meer lessen zoals deze
Duits les 1
Mei 2023
- Les met
44 slides
Duits
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Duits les 2
Mei 2022
- Les met
21 slides
Duits
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Duits les 2 maatwerk
Mei 2022
- Les met
30 slides
Duits
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Duits
Januari 2023
- Les met
49 slides
Duits
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
K1 lidwoorden en zelfstandig naamwoord (Lernliste)
September 2019
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Lidwoorden
Januari 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zelfstandige naamwoorden
December 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zelfstandige naamwoorden Duits
November 2023
- Les met
23 slides
German
Secondary Education