week 38 les 2 lijdend voorwerp

Buenos días
17 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
  • controlar los deberes
  • corregir los deberes
  • complemento directo
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Buenos días
17 de septiembre
¿Qué vamos a hacer?
  • controlar los deberes
  • corregir los deberes
  • complemento directo

Slide 1 - Tekstslide

Spullen van tafel!!

Slide 2 - Tekstslide

  1. blando
  2. de cuero
  3. ¿Cómo es?
  4. viejo
  5. guardar
  6. het ding
  7. rechthoekig
  8. van papier
  9. nodig hebben
  10. Waar dient het voor?

Slide 3 - Tekstslide

  1. blando
  2. de cuero
  3. ¿Cómo es?
  4. viejo
  5. guardar
  6. het ding
  7. rechthoekig
  8. van papier
  9. nodig hebben
  10. Waar dient het voor?
  1. zacht
  2. van leer
  3. Hoe ziet het eruit?
  4. oud
  5. bewaren
  6. la cosa
  7. rectangular
  8. de papel
  9. necesitar
  10. ¿Para qué sirve?

Slide 4 - Tekstslide

¿Qué tal?

Slide 5 - Tekstslide

Corregir
LA: pág. 17 ej. 4 y 5, pág. 18 ej. 1
LE: ej. 1.4, 1.15, 1.16, 1.17


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

El objeto directo
Wat is een lijdend voorwerp?



ej. Compro un libro para Juan.
het antwoord op de vraag wie of wat + persoonsvorm
el libro = het lijdend voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord.
Net als in het Nederlands kan je het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. 
Ik koop een boek voor Juan. - Ik koop het voor Juan. 
Compro un libro para Juan.  - Lo compro para Juan.

Slide 11 - Tekstslide

Los pronombres de objeto directo
                      mannelijk          vrouwelijk
enkelv.               lo                           la
meerv.               los                         las

Slide 12 - Tekstslide

Plaats van de persoonlijke voornaamwoorden. 
- De persoonlijke voornaamwoorden staan voor de persoonsvorm
vb:  Uso todos los días el ordenador. - Lo uso todos los días. 
- Als er een infinitief in de zin staat kan het persoonlijk voornaamwoord voor de persoonsvorm komen te staan.
vb: Voy a comprar un libro. -  Lo voy a comprar.
of achter de infinitief. Let op: het moet er dan aan vast geschreven worden!!!
vb: Voy a comprar un libro. - Voy a comprarlo.

Slide 13 - Tekstslide

A trabajar
Maandag 21 september:
Maken LA: pág. 19 ej. 3 y 4, LE: ej. 1.7 en 1.8
Leren: vocabulario 1.1, 1.2
Leren: lijdend voorwerp
Donderdag 24 september:
Maken LE: ej. 1.9, 1.11, 1.12
Leren: vocabulario 1.1 en 1.2
Leren: lijdend voorwerp



De oefeningen uit je LE vind je in deze LessonUp. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide