formeel - informeel

Formeel taalgebruik
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formeel taalgebruik

Slide 1 - Woordweb

Informeel taalgebruik

Slide 2 - Woordweb

Formeel < > informeel

Slide 3 - Tekstslide


A
Formeel
B
Informeel

Slide 4 - Quizvraag

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 5 - Quizvraag

Groetjes,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quizvraag

Doei!
A
formeel
B
informeel

Slide 7 - Quizvraag

Hoi!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Geachte heer de Wit,
B
Geachte heer de Wit
C
Geachte heer De Wit,
D
Geachte heer De Wit

Slide 9 - Quizvraag

Geachte heer De Wit,
A
informeel
B
formeel

Slide 10 - Quizvraag

Welke is correct?
A
Met vriendelijke groetjes,
B
Met groeten,
C
met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 11 - Quizvraag

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quizvraag

Je schrijft een klachtenbrief
A
Informeel
B
Formeel

Slide 13 - Quizvraag

Denk aan uw bagage bij het verlaten van de trein.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 15 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
- Voor mensen die je niet kent of die ouder zijn dan jij.
- Bij een zakelijk gesprek of een zakelijke brief, bij een artikel (inclusief titel).
* U - uw
* Geachte heer/mevrouw,
* Hoogachtend,
* Met vriendelijke groet,
* Let op: briefconventies en witregels bij brieven


Slide 16 - Tekstslide

Informeel taalgebruik
- Voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten

* jij
* Lieve, Voor, Hoi,
* Groetjes, Liefs,
* Let op: witregels bij brieven

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Maak uit boek B

3.1 (opdracht 1 t/m 3) + 3.2 (opdracht 1 t/m 4)
 (Blz. 112 t/117)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link