3.2 Water in balans

3.2 Water in balans
Ga lekker zitten en pak alvast je spullen voor je!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Water in balans
Ga lekker zitten en pak alvast je spullen voor je!

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag
Terugkijken naar de vorige les
Leerdoelen
Uitleg paragraaf 2
Controle van de uitleg
Werktijd
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop in de wolken

Slide 3 - Quizvraag

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 4 - Quizvraag

De overgang van vloeibaar water naar water in de vorm van gas, noemen we ...
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Smelten
D
Stollen

Slide 5 - Quizvraag

De spiegel in de badkamer beslaat, dit is ...
A
Stollen
B
Smelten
C
Verdamping
D
Condensatie

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%

Slide 8 - Quizvraag

Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat drijft zeestromen aan
A
aardbevingen
B
vulkanisme op oceaanbodem
C
wind
D
de zee stuurt zichzelf aan

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je weet hoe een gebied aan zoet water komt en hoe het zoet water verliest.
  • Je begrijpt welke factoren van invloed zijn op de waterbalans van een gebied.
  • Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.

Slide 11 - Tekstslide

Waterbalans
= hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uit gaat.

Kan door:
  1. neerslag
  2. aanvoer uit andere gebieden
  3. fossiel water

Slide 12 - Tekstslide

Waterbalans
1. Neerslag
Erg ongelijk verdeeld; soms veel, soms weinig (qua tijd, maar ook gebieden).
Ook veel verdamping, vooral in warme gebieden.
Nuttige neerslag = water dat overblijft om grondwater aan te vullen (is laag in droge gebieden).

Infiltreren = het in de grond indringen van water.
Bodem is een spons en geeft water af in droge tijden. Tegenwoordig verstoord door ontbossing, riolering en meer bebouwing.

Slide 13 - Tekstslide

Infiltreren
Snelle afvoer

Slide 14 - Tekstslide

Waterbalans
2. Aanvoer uit andere gebieden
Een rivier komt uit andere gebieden, maar 
neemt wel water mee. De IJssel is een 
vertakking van de Rijn uit Duitsland.

3. Fossiel water
= water in de grond uit andere tijden.
Veel gebieden hebben een aquifer = waterhoudende laag in de ondergrond.
Diep grondwater, soort spaarpot.

Slide 15 - Tekstslide

Duurzaam waterbeheer
= waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt gebruikt.

Vernieuwbaar water = water dat in hetzelfde tempo
wordt aangevuld als waarin het wordt gebruikt.
Een (regen) rivier wordt constant aangevuld.
Het maakt niet uit of je het water gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Duurzaam waterbeheer
Niet-vernieuwbaar water = water dat niet
of maar heel langzaam wordt aangevuld,
waardoor het opraakt, bijvoorbeeld in een
aquifer.
In een woestijn bijvoorbeeld, valt weinig
regen en het grondwater wordt slecht
aangevuld.

Slide 17 - Tekstslide

Waterbalans is....
A
Hoeveel geld water kost in een gebied
B
Hoeveel water weegt in een gebied
C
Hoeveel water een gebied inkomt en uitgaat
D
Al het water dat zich in de grond bevindt

Slide 18 - Quizvraag

Wat levert geen bijdrage aan de watertoevoer van de waterbalans?
A
Neerslag
B
Toestroom (uit andere gebieden)
C
Verdamping

Slide 19 - Quizvraag

Duurzaam waterbeheer is:
A
Er wordt alleen gebruik gemaakt van vernieuwbaar water.
B
Er wordt alleen gebruik gemaakt van niet-vernieuwbaar water.

Slide 20 - Quizvraag

Er is geen sprake van duurzaam waterbeheer als
A
een bierbrouwerij uit Dommelen water oppompt uit een aquifer.
B
een boer in Arcen water uit de Maas pompt om zijn maïsakkers te beregenen
C
een bedrijf in Katwijk van zeewater drinkwater maakt

Slide 21 - Quizvraag

Het in rap tempo uit de grond pompen van water in woestijnen is.....
A
wel een voorbeeld van duurzaam waterbeheer
B
geen voorbeeld van duurzaam waterbeheer

Slide 22 - Quizvraag

Als Nederland water uit de rivier haalt voor drinkwater is er......
A
sprake van duurzaam waterbeheer
B
geen sprake van duurzaam waterbeheer

Slide 23 - Quizvraag

Het gebruik van water uit het aquifer in Egypte is een vorm van duurzaam waterbeheer.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Werktijd
Wat: Zelfstandig bezig met de opdrachten van paragraaf 3.2.
Op welke manier: Overleg alleen als het rustig blijft en met degene naast je, niet achter je of ergens anders in het lokaal.
Klaar: Een rebus maken met de begrippen van deze paragraaf.
Hulp: Je mag mij vragen stellen.
Uitkomsten: Leerdoelen bespreken.
Tijd: Tot 11:20

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een gebied aan zoet water komt en hoe het zoet water verliest.
  • Je begrijpt welke factoren van invloed zijn op de waterbalans van een gebied.
  • Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.

Slide 26 - Tekstslide

Tot volgende week
Huiswerk = de opdrachten die nog niet af zijn

Slide 27 - Tekstslide