Lezen H3 les 2

Vandaag...


- Signaalwoorden - wat zijn dat ook alweer?
- Vragen maken bij tekst

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag...


- Signaalwoorden - wat zijn dat ook alweer?
- Vragen maken bij tekst

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2 


1 Marco Olij
2 een artikel
3 politicologie (al. 1) – wetenschap die de diverse aspecten van (overheids)beleid bestudeert
lijsttrekker (al. 1) – eerstgenoemde op een kieslijst
je kunnen vinden in (al. 2) – het eens zijn met
lokaal (al. 4) – plaatselijk
concreet (al. 4) – werkelijk bestaand; echt
bachelor (al. 5) – titel van iemand die een hbo-opleiding heeft voltooid of de bacheloropleiding aan de universiteit
master (al. 5) – titel van iemand die een academische opleiding volgens het bachelor-masterstelsel heeft afgerond
eerstegraads leraar (al. 5) – leraar die bevoegd is tot lesgeven in de bovenbouw van havo en vwo
4 (1) derdejaars student politicologie aan de Universiteit van Amsterdam; (2) medewerker in de thuiszorg; (3) raadslid en lijsttrekker van D66 in Oostzaan
5 Daarnaast – Bovendien
6 Op mijn twaalfde – Toen ik in 5 vwo zat – hij was negentien – sinds maart vorig jaar – alweer bijna een jaar
7 ‘Het leuke aan de lokale politiek vindt Marco dat hij echt dingen kan doen.’ (eerste zin)
8 toelichtend verband 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2 


9 bijvoorbeeld 
10 tegenstellend verband 
11 nu nog – later 
12 op dit moment – Daarna – dan (... nog) – Uiteindelijk 
13 (1) Dat lijkt hem leuker dan hele dagen op kantoor te zitten. (2) Die baan is goed te combineren met de politiek. 
14 bovendien 

Slide 3 - Tekstslide


Wat is geen functie van signaalwoorden
in een tekst?
A
Signaalwoorden helpen de lezer.
B
Signaalwoorden geven de kern van de tekst weer.
C
Signaalwoorden zorgen voor samenhang.
D
Signaalwoorden geven structuur aan een tekst.

Slide 4 - Quizvraag

Signaalwoorden: Eerst, daarna, vervolgens horen bij:
A
Opsommend
B
Tegenstellend
C
Chronologisch
D
Toelichtend

Slide 5 - Quizvraag

signaalwoorden voor een tegenstelling:
A
zoals
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen

Slide 6 - Quizvraag

Signaalwoorden opsomming
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
maar, echter, toch, tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals

Slide 7 - Quizvraag

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 8 - Quizvraag

Vragen maken bij tekst



1 Werk in tweetallen
2. Bedenk samen tien vragen die over de tekst gaan. De tekst krijg je uitgereikt in de les.
Denk daarbij aan open vragen/meerkeuzevragen over het onderwerp, de hoofdgedachte, tekstverbanden, tekstdoel etc.
3. Stel minimaal 3 vragen over signaalwoorden die je in de tekst tegenkomt.
4. Noteer zelf de antwoorden bij de vragen en schrijf ze op een apart blaadje (dit is je antwoordmodel).
Heb je het in de les niet af? Maak het dan thuis verder af. De volgende les gaan we elkaars vragen beantwoorden!

Slide 9 - Tekstslide

Boekopdracht



- Stel een groepje samen van 4-5 leerlingen

- Jullie gaan allemaal hetzelfde boek lezen! Kies dus met elkaar een boek uit dat jullie allemaal leuk/interessant lijkt. 

Het handigst is dat jullie daarvoor met elkaar naar de mediatheek gaan, aangezien er uiteraard ook genoeg exemplaren beschikbaar moeten zijn.

Slide 10 - Tekstslide