Op reis naar Frankrijk: Een dialoog maken over je vakantie
Op reis naar Frankrijk: Een dialoog maken over je vakantie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Op reis naar Frankrijk: Een dialoog maken over je vakantie
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een dialoog in het Frans maken over je vakantie.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het maken van een dialoog in het Frans over je vakantie?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Vocabulaire
Belangrijke Franse woorden en zinnen om over je vakantie te praten.
Slide 4 - Tekstslide
Introduceer enkele veelgebruikte woorden en zinnen die nodig zijn om over vakanties te praten.
Dialoogstructuur
Een voorbeeld van een dialoog in het Frans over een vakantie.
Slide 5 - Tekstslide
Laat een voorbeeld van een dialoog zien om de structuur en het gebruik van de vocabulaire te illustreren.
Luisteroefening
Luister naar een Franse dialoog en beantwoord enkele vragen.
Slide 6 - Tekstslide
Speel een opgenomen dialoog af en stel vragen om het begrip te testen.
Grammatica: Werkwoorden
Leer enkele werkwoorden die worden gebruikt bij het praten over vakanties.
Slide 7 - Tekstslide
Leg de werkwoorden uit en geef voorbeelden van hun gebruik in zinnen.
Grammatica: Tegenwoordige tijd
Leer hoe je de tegenwoordige tijd in het Frans gebruikt om over je vakantie te praten.
Slide 8 - Tekstslide
Leg de regels uit voor het vormen van de tegenwoordige tijd en geef voorbeelden.
Oefening: Dialoog invullen
Vul de ontbrekende woorden in de dialoog in.
Slide 9 - Tekstslide
Laat de leerlingen de dialoog invullen met behulp van de geleerde vocabulaire en grammatica.
Spreekoefening
Werk in paren en voer de dialoog uit over je eigen vakantie.
Slide 10 - Tekstslide
Laat de leerlingen in paren werken en de dialoog in het Frans oefenen met hun eigen vakantie-ervaringen.
Woordenschatspel
Speel een woordenschatspel om de geleerde woorden te oefenen.
Slide 11 - Tekstslide
Kies een spelvorm waarbij de leerlingen de Franse woorden en zinnen moeten gebruiken om punten te verdienen.
Quiz
Test je kennis met een korte quiz over het maken van een dialoog in het Frans over je vakantie.
Slide 12 - Tekstslide
Stel enkele meerkeuzevragen om te controleren of de leerlingen de geleerde inhoud begrijpen.
Voorbeelddialoog
Een ander voorbeeld van een dialoog in het Frans over een vakantie.
Slide 13 - Tekstslide
Laat een extra voorbeeld van een dialoog zien om de leerlingen meer oefening te geven.
Zelfstandige dialoog
Schrijf je eigen dialoog in het Frans over je ideale vakantie.
Slide 14 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel werken en hun eigen dialoog schrijven met behulp van de geleerde vocabulaire en grammatica.
Presentatie
Presenteer je dialoog aan de klas en beantwoord vragen.
Slide 15 - Tekstslide
Laat elke leerling zijn/haar dialoog presenteren en moedig vragen en antwoorden aan om het spreekvermogen te oefenen.
Dialoogbeoordeling
Beoordeel elkaars dialogen op inhoud en taalgebruik.
Slide 16 - Tekstslide
Laat de leerlingen in paren werken en elkaars dialogen beoordelen op basis van de criteria die je hebt gegeven.
Reflectie
Denk na over wat je hebt geleerd en hoe je je taalvaardigheid hebt verbeterd.
Slide 17 - Tekstslide
Stimuleer de leerlingen om hun leerervaringen te delen en na te denken over hun vooruitgang.
Huiswerk
Schrijf een kort verslag over je vakantie in het Frans.
Slide 18 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om een kort verslag te schrijven waarin ze hun vakantie-ervaringen in het Frans beschrijven.
Samenvatting
Herhaal de belangrijkste punten van de les en benadruk het belang van het oefenen van het maken van dialogen in het Frans.
Slide 19 - Tekstslide
Vat de belangrijkste leerpunten samen en moedig de leerlingen aan om regelmatig te oefenen met het maken van dialogen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.