1BB-1i - vr 3dec -H4..5 Meten GR12 opp en omtrek

H4 Meten     GR12   
Oppervlakte en omtrek van een rechthoek en driehoek
1i   BB sp3k
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H4 Meten     GR12   
Oppervlakte en omtrek van een rechthoek en driehoek
1i   BB sp3k

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent de F-i-A methode ?
timer
1:00
A
F familie i invullen A antwoord
B
F factor i in plaats van A antwoord
C
F formule i invullen A antwoord
D
F formule i indrukken A antwoord

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de formule voor de oppervlakte van een rechthoek ?

timer
1:00
A
Opp rechthoek = lengte + breedte
B
Opp rechthoek = lengte x breedte
C
Opp rechthoek = lengte + breedte x 2
D
Opp rechthoek = alle zijden eromheen optellen

Slide 3 - Quizvraag

Wat kan een eenheid zijn voor de oppervlakte van een rechthoek ?

timer
1:00
A
cm
B
cm2
C
cm3
D
cm4

Slide 4 - Quizvraag

Waar staat de oppervlakte van een rechthoek goed opgeschreven?
A
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 10 x 3 A Opp rechthoek = 30 cm
B
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 10 x 3 A Opp rechthoek = 13 cm
C
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 10 x 3 x1 0 x 3 A Opp rechthoek = 900 cm2
D
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 10 x 3 A Opp rechthoek = 30 cm2

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat de oppervlakte van een rechthoek goed opgeschreven?
A
F Opp rechthoek = L + b i Opp rechthoek = 5 + 5 A Opp rechthoek = 10 cm
B
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 5 x 5 A Opp rechthoek = 10 cm2
C
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 5 x 5 A Opp rechthoek = 25 cm2
D
F Opp rechthoek = L +b + l + b i Opp rechthoek = 5 +5 + 5 + 5 A Opp rechthoek = 20 cm

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan de eenheid zijn van de omtrek van een rechthoek ?
timer
1:00
A
cm4
B
cm3
C
cm2
D
cm

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat de omtrek van een rechthoek goed opgeschreven?
A
F Omtrek rechthoek = alle zijden + i Omtrek rechthoek = 10 + 3 A omtrek rechthoek = 13 cm
B
F Omtrek rechthoek = alle zijden + i Omtrek rechthoek = 10 + 3 + 10 + 3 A omtrek rechthoek = 26 cm
C
F Omtrek rechthoek = L x b i Omtrek rechthoek = 10 x 3 A omtrek rechthoek = 13 cm
D
F Omtrek rechthoek = L x b i Omtrek rechthoek = 10 x 3 A omtrek rechthoek = 30 cm

Slide 8 - Quizvraag

Waar staat de omtrek van een driehoek goed opgeschreven?
A
F Omtrek driehoek = alle zijden + i Omtrek driehoek = 5 + 4 + 4 A omtrek driehoek = 13 cm2
B
F Omtrek driehoek = alle zijden + i Omtrek driehoek = 4 + 4 + 5 A omtrek driehoek = 13 cm
C
F Omtrek driehoek = L x b i Omtrek driehoek = 5 x 4 x 4 A omtrek driehoek = 80 cm
D
F Omtrek driehoek = alle zijden + i Omtrek driehoek = 4 + 4 + 4 A omtrek driehoek = 12 cm

Slide 9 - Quizvraag

Waar staat de oppervlakte van een driehoek goed opgeschreven?
A
F Opp driehoek = L x b i Opp driehoek = 5 x 2 A opp driehoek = 10 cm2
B
F Opp rechthoek = alle zijden + i Opp rechthoek = 2 + 5 + 2 + 5 A Opp rechthoek = 14 cm Opp driehoek = 14 : 2 = 7 cm
C
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 5 x 2 A Opp rechthoek = 10 cm Opp driehoek = 10 : 2 = 5 cm
D
F Opp rechthoek = L x b i Opp rechthoek = 5 x 2 A Opp rechthoek = 10 cm2 Opp driehoek = 10 : 2 = 5 cm2

Slide 10 - Quizvraag

Ik weet de formule voor de oppervlakte van een rechthoek
ja
nee

Slide 11 - Poll

Voor het opschrijven van de oppervlakte van een rechthoek heb je .... regels nodig
1
2
3
4

Slide 12 - Poll

Voor het opschrijven van de oppervlakte van een driehoek heb je .... regels nodig
1
2
3
4

Slide 13 - Poll

Ik ken de rijtjes van de eenheden bij lengte en oppervlakte
nog niet
bijna
ja

Slide 14 - Poll

We gaan terug naar de powerpoint.
Sluit lesson up af.


Slide 15 - Tekstslide